•
Vloeistoffen voor het bedrijf (bijv. olie, smeermid-
delen, etc.) moeten in geschikte reservoirs worden
opgevangen en volgens de voorschriften worden af-
gevoerd (volgens richtlijn 75/439/EEG en verordenin-
gen §5a, 5b volgens AbfallGesetz (Duitse afvalwet)).
Bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden moet
de juiste beschermende kleding worden gedragen.
Deze moet volgens de Duitse afvalsleutel TA 524 02
en EG-Richtlijn 91/689/EEG worden afgevoerd. Alleen
de door de fabrikant aanbevolen smeermiddelen mo-
gen worden gebruikt. Oliesoorten en smeermiddelen
mogen niet worden gemengd. Gebruik alleen origine-
le onderdelen van de fabrikant
Een testloop of een functietest van de machine mag
alleen onder de algemene bedrijfsvoorwaarden plaats-
vinden!
6.2. Onderhoudstermijnen
Halfjaarlijks:
•
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
•
Visuele controle van de kabelhouders en de kabel-
spanning
•
Visuele controle van toebehoren, bijv. ophangvoorzie-
ning, hijswerktuigen, etc.
6.3. Onderhoudswerkzaamheden
Visuele controle van de stroomtoevoerkabels
De stroomtoevoerkabels moeten worden gecontroleerd
op luchtbellen, scheuren, krassen, schuurplekken en/of
knelpunten. Bij vaststelling van schade moet de bescha-
digde stroomtoevoerkabel onmiddellijk worden vervan-
gen.
De kabels mogen alleen door de fabrikant of een ge-
autoriseerde of gecertificeerde servicewerkplaats wor-
den vervangen. De machine mag pas weer in bedrijf
worden gesteld als de schade vakkundig is verholpen!
Visuele controle van de kabelhouders (karabijnhaken)
en de kabelspanning (trekkabel)
Bij toepassing van de machine in bekkens of putten zijn
de hijskabels/kabelhouders (karabijnhaken) en de kabel-
spanning onderhevig aan voortdurende slijtage. Om te
voorkomen dat hijskabels/kabelhouders (karabijnhaken)
en/of kabelspanning totaal verslijten en de stroomkabel
beschadigd raakt, zijn regelmatige controles noodzakelijk.
De hijskabels/kabelhouders (karabijnhaken) en de ka-
belspanning moeten bij geringe slijtage onmiddellijk
worden vervangen!
Visuele controle van toebehoren
De juiste plaatsing en bevestiging van toebehoren, zoals
ophangvoorzieningen, hijswerktuigen, etc., moet worden
gecontroleerd. Losse en/of defecte toebehoren moeten
onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen.
7. Buitenbedrijfstelling
7.1. Tijdelijke buitenbedrijfstelling
Bij dit type uitschakeling blijft de machine ingebouwd en
wordt deze niet losgekoppeld van het stroomnet. Bij een tij-
delijke buitenbedrijfstelling moet de pomp compleet onder-
gedompeld blijven, zodat deze beschermd is tegen vorst en
ijs. Er moet worden gegarandeerd dat de bedrijfsruimte en
de vloeistof niet compleet bevriezen. Op die manier is de
machine op elk moment bedrijfsklaar. Bij langere stilstand-
tijden moet regelmatig (elke maand tot elk kwartaal) een
cyclusloop van 5 minuten worden uitgevoerd.
Pas op!
Een cyclusloop mag alleen onder de geldende be-
drijfs- en gebruiksvoorwaarden plaatsvinden. Droog-
lopen is niet toegestaan! Negeren van deze aanwij-
zing kan leiden tot een total loss!
7.2. Definitieve buitenbedrijfstelling/opslag
De installatie uitschakelen, machine van het stroomnet
scheiden, uitbouwen en opslaan. Voor de opslag moet op
het volgende worden gelet:
Waarschuwing voor hete onderdelen!
Let bij het uitbouwen van de machine op de tempe-
ratuur van de machinedelen. Deze kunnen ver boven
de 40 °C heet worden. Laat de machine eerst afkoe-
len tot omgevingstemperatuur!
•
Machine schoonmaken.
•
Op een schone en droge plaats opslaan, machine be-
schermen tegen vorst.
•
Op een vaste ondergrond verticaal neerzetten en be-
veiligen tegen omvallen.
•
Bij pompen moeten de pers- en zuigaansluiting wor-
den afgesloten met geschikte hulpmiddelen (bijv. fo-
lie).
•
De elektrische aansluitleiding bij de kabeldoorvoer on-
dersteunen om blijvende vervormingen te voorkomen.
•
Uiteinden van de stroomtoevoerkabels beschermen
tegen het binnendringen van vocht.
•
Machine beschermen tegen direct zonlicht om het
gevaar voor verbrossing van elastomere delen en de
coating van het huis te voorkomen.
•
Let bij opslag in werkplaatsen op het volgende: De
straling en de gassen die bij het elektrisch lassen ont-
staan, vernielen het elastomeer van de afdichtingen.
•
Bij langere opslag moet de waaier of propeller regel-
matig (halfjaarlijks) met de hand worden gedraaid. Dit
voorkomt drukplekken in de lagers en vastraken van
de waaier.
7.3. Hernieuwde inbedrijfstelling na lange opslagtijd
De machine moet voor de hernieuwde inbedrijfstelling
worden vrijgemaakt van stof en olieafzettingen. Vervolgens
moeten de nodige onderhoudsmaatregelen en -werkzaam-
heden worden uitgevoerd (zie hoofdstuk "Onderhoud"). De
correcte toestand en de werking van de glijringafdichting
moet worden gecontroleerd. Na afronding van deze werk-
zaamheden kan de machine worden ingebouwd (zie hoofd-
stuk "Opstelling") en door een vakman op het stroomnet
worden aangesloten. Bij de hernieuwde inbedrijfstelling
moet het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" worden gevolgd.
De machine mag alleen in perfecte en bedrijfsklare
toestand weer worden ingeschakeld.
NEDLERLANDS | 59