17 - ACHTERLICHTEN
Werk alleen in de transportstand aan de achterzijde
van de vrachtwagen of aanhanger na de stekker in
het stopcontact te hebben gestoken.
• A - Knipperlicht links achter.
• B - Remlicht links achter.
• C - Achterlicht links.
• D - Mistlichten achter.
• E - Achteruitrijlicht.
• F - Licht rechts achter.
• G - Remlicht rechts achter.
• H - Knipperlicht rechts achter.
OPMERKING: E r i s e e n O P T I O N E L E
vrachtwagenstekker (adapter).
18 - ACCU-ONDERBREKER
Hiermee kan de accu onmiddellijk van het elektrisch circuit worden losgekoppeld in
geval van kortsluiting of brand.
19 - VERLICHTING INSCHRIJVINGSPLAAT
20 - BRANDSTOFTANK
Ervoor zorgen dat, voor zover mogelijk, de brandstoftank altijd vol is om de door de
weersomstandigheden veroorzaakte condensatie zoveel mogelijk te beperken.
- Verwijder de dop 1.
- De tank met schone dieselolie vullen (
een filter of schone, pluisvrije doek.
- De dop 1 weer op zijn plaats brengen.
- Visueel controleren of er geen lekkages zijn op de tank en de leidingen.
Nooit roken of een vlam in de buurt brengen tijdens het vullen of als het reservoir open is.
De ontgassing van de brandstof tank komt tot stand via de vuldop.
Gebruik in geval van vervanging altijd een originele dop met ontgassingsmond.
SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF), via
BELANGRIJK
Nooit tanken of bijtanken als de motor draait.
D
B
A
C
2-27
E
G
H
F
1