CONTROLELAMPJE OLIEFILTER VERBRANDINGSMOTOR
Als het controlelampje en de buzzer gaan branden tijdens de werking van
de heftruck, moet u de motor onmiddellijk uitzetten en de oorzaak opsporen
(
oliepeil in de motorcarter).
CONTROLELAMPJE WIJZIGING STUURMODUS
TMM .. 4W
Het storingsindicatielampje knippert tijdens de moduswijziging.
De indicator licht op wanneer een richtingsverandering B1 (lateraal) of
B2 (voor) wordt geselecteerd met de schakelaar (
indicatorlampje blijft aan gedurende de duur van de cyclus bij overgang van
de ene stuurmodus naar de andere.
INDICATORLAMPJE STORING STUURMODUS
Als het indicatorlampje knippert tijdens de werking van de heftruck of tijdens een wijziging van de stuurmodus, moet u de
motor uitschakelen en de oorzaak opsporen, zoals hieronder wordt aangegeven:
Knipperen met 2 flashes: De omkeerinrichting bevindt zich niet in de vrije stand bij een wijziging van de stuurmodus voor
of lateraal.
- Knipperen met 3 flashes: de stabilisatoren zijn niet volledig ingetrokken of uitgeschoven.
Als de cyclus wijziging van de modus niet goed is uitgevoerd, wordt de werking van het stuursysteem inconsistent.
We moeten dan terugkeren naar de oorspronkelijke stuurmodus en de procedure herhalen (de bewegingen van de wielen moet volledig uitgevoerd zijn).
- Knipperen met 5 flashes: tijdens een overgang in stuurmodus vooraan is een uitlijningsfout van de voorwielen gedetecteerd.
OPMERKING: Indien de wijziging van de stuurmodus niet goed is beëindigd, knippert het indicatorlampje werking in het
begin en blijft vervolgens aan. Voer dan een nieuwe cyclus uit.
6 - SCHAKELAARS
OPMERKING: De plaats van de schakelaars kan verschillen afhankelijk van de opties.
HANDREM
Deze 3-standenschakelaar maakt het ook mogelijk om de truck automatisch af te remmen.
PARKEERREM IN AUTOMATISCHE MODUS EN LICHTSCHAKELAAR
A1
• De parkeerrem is actief (ON) en het waarschuwingslampje brandt op het
instrumentenpaneel wanneer de vrachtwagen stationair draait. Zodra het
motortoerental toeneemt, gaat het waarschuwingslampje uit en gaat de truck
in de remlichtstand (OFF).
PARKEERREM IN VERGRENDELMODUS (OFF)
A2
• De controlelampje gaat uit.
HANDREM ACTIEF (AAN)
A3
• Het controlelampje brandt op het instrumentenpaneel.
BELANGRIJK
- SCHAKELAARS). Het
BELANGRIJK
De wijziging van de stuurmodus kan slechts gebeuren als:
- de omkeerinrichting in de vrije stand staat.
- de stabilisatoren zijn ingeschoven.
- De handrem is gelost (OFF).
BELANGRIJK
Het controlelampje blijft knipperen.
2-22
A1
B1
A2
P
B2
A3
V1
V2