AANDACHT
De draairichting correct
toegepast als het is
loopwiel / propeller draait
met de klok mee als je
langs van de top van de
geplaatste eenheid
Bij grote pompen is de draairichting ook te herkennen
door via de persaansluiting in de pompkamer te kijken.
Hier is de waaier te zien en kan de draairichting worden
gecontroleerd na kort inschakelen, bij het uitlopen van de
waaier.
Waarschuwing voor draaiende waaier!
Raak de draaiende waaier niet aan en grijp niet door
de persaansluiting in de pompkamer! Grijp tijdens
het bedrijf nooit in de pompkamer en raak draaiende
onderdelen niet aan. Schakel de machine vóór on-
derhouds- of reparatiewerkzaamheden uit en laat de
draaiende onderdelen tot stilstand komen!
Bovendien is het mogelijk de draairichting met een "Mo-
tor- en fase-rotatie-indicator" te controleren. Dit meettoe-
stel wordt aan de buitenkant tegen het motorhuis van de
ingeschakelde pomp gehouden en geeft d.m.v. een led de
draairichting aan.
Motorkoeling
De pompen met ex-goedkeuring moeten altijd volledig on-
der ondergedompeld worden bediend. De motorkoeling
wordt gewaarborgd door het vervoerende middel.
3.3.4. Afdichting/afdichthuis
De afdichting vindt plaats door twee onafhankelijk van el-
kaar werkende glijringafdichtingen van siliciumcarbide in
tandemconfiguratie.
3.3.5. Pomphuis
Afhankelijk van de pompvariant is het pomphuis voorzien
van de volgende persaansluiting:
TP28
TP30
TP48
3.3.6. Waaier
De waaier is op de motoras bevestigd en wordt hierdoor
aangedreven. De waaier is bij de M-versie een open een-
kanaalwaaier voor verontreinigde en modderige vloeistof-
fen met vaste stoffen of vezelige bijmenging tot 5%.
Bij de V-versie wordt een vortex-waaier voor grof en ve-
zelig verontreinigde, kluwen vormende en gas-houdende
vloeistoffen toegepast tot 7%.
De vrije doorgang is afhankelijk van het pomptype:
TP28
TP30M
TP30V
TP48
58 | NEDERLANDS
AANDACHT
De sterren reactie is
tegen de klok
G1 ½ Bi
G2 Bui.
G2 Bui.
28mm
30mm
42mm
50mm
4. Verpakking, transport en opslag
4.1. Aanlevering
Na ontvangst moet de zending onmiddellijk worden ge-
controleerd op schade en volledigheid. Bij eventuele ge-
breken moet het transportbedrijf resp. de fabrikant nog op
de dag van ontvangst worden ingelicht, omdat er anders
geen claims meer kunnen worden ingediend. Eventuele
schade moet worden vermeld op het afleveringsbewijs of
de vrachtbrief.
4.2. Transport
Voor het transport mogen alleen de daarvoor bestemde
en goedgekeurde aanslagmiddelen, transportmiddelen
en hijswerktuigen worden gebruikt. Deze moeten be-
schikken over voldoende draagvermogen en draagkracht,
zodat het product zonder risico's kan worden getranspor-
teerd. Bij toepassing van kettingen moeten deze worden
beschermd tegen wegglijden. Het personeel moet ge-
kwalificeerd zijn voor deze werkzaamheden en zich bij de
werkzaamheden aan alle nationaal geldende veiligheids-
voorschriften houden. De producten worden door de fa-
brikant of de toeleverancier in een geschikte verpakking
aangeleverd. Deze sluit normaal gesproken schade bij
transport en opslag uit. Bij een regelmatige wisseling van
locatie dient u de verpakking zorgvuldig te bewaren voor
hergebruik.
4.3. Opslag
Nieuw geleverde producten zijn dusdanig behandeld dat
deze 1 jaar kunnen worden opgeslagen. Bij tussentijdse
opslag moet het product voor het opslaan grondig worden
gereinigd! Voor de opslag moet op het volgende worden gelet:
•
Product veilig op een vaste ondergrond zetten en be-
veiligen tegen omvallen. Hierbij worden dompelroer-
werken horizontaal, dompelpompen horizontaal of
verticaal opgeslagen.
Gevaar door omvallen!
Zet het product nooit onbeveiligd neer. Bij omvallen
van het product bestaat gevaar voor letsel!
•
Als de machine moet worden opgeslagen, moet
de opslagplaats vrij zijn van trillingen en schokken,
omdat anders de wentellagers beschadigd kunnen
raken.
•
Daarnaast moet erop worden gelet dat het appa-
raat in een droge ruimte zonder sterke temperatuur-
schommelingen wordt opgeslagen.
•
Bij de opslag van en de omgang met de machine
moet erop worden gelet dat de anticorrosiecoating
niet beschadigd raakt.
•
De machine mag niet worden opgeslagen in ruim-
tes waarin laswerkzaamheden plaatsvinden, om-
dat de daarbij optredende gassen en stralingen de
elastomere delen en coatings kunnen aantasten.
•
Bij producten met zuig- en/of persaansluiting moeten
deze goed worden afgesloten, om verontreinigingen
te voorkomen.
•
Alle
stroomtoevoerkabels
beschermd
tegen
binnendringen van vocht.
moeten
worden
knikken,
beschadigingen en