Wat te doen wanneer...
TDMA SOLAR PUR:
16.8 De solaire installatie start en stopt regelmatig
Te controleren:
Tijdens de opstartfase 's morgens is het normaal dat de instal-
latie meermaals start, eventjes draait en dan weer stilvalt.
Indien die toestand echter gedurende een langere periode van
de dag en bij veel zonnestraling aanhoudt:
Is de zonnedoorstroming goed ingesteld, niet te hoog, zie 15,
op pagina 63?
Indien nee, gelieve dit te corrigeren.
16.9 Foutmeldingen CONTROL 601 SP
Onderbreking v.
voeler nr. X
Kortsluiting v.
voeler nr. X
Te controleren (vgl. 14.7)):
Is de voeler onderbroken of in kortsluiting?
Gelieve dan de contacten van de voelerkabel te controle-
ren en, indien nodig, de voeler te vervangen (zie ook
16.10).
Is er een functie (bvb. stralingssensor) geactiveerd, hoewel de
overeenkomstige sensor niet aangesloten is?
Gelieve de functie te deactiveren.
BELANGRIJK:
Herstellen van volgende fouten mag enkel door geschoold
personeel gebeuren!
fout diff. Temp.coll./
boileringang
Wanneer de zonnedoorstroming gedurende een bepaalde tijd
groter is dan 1 liter/minuut en de differentiële temperatuur tussen
de collectorvoeler en de voeler van de boileringang ontoelaat-
baar groot is, wordt de installatie uitgeschakeld.
Te controleren:
Zijn de voelers van de collector en boileringang goed ge-
plaatst?
Indien niet, gelieve voor een juiste plaatsing te zorgen (zie
16.10).
Tonen beide voelers realistische waarden aan?
Indien niet, gelieve de voelers te vervangen (zie 16.10).
Is er een lek in de zonneleiding of de collector zodat er, on-
danks de draaiende pomp, toch geen water in de boiler
terugloopt?
Gelieve dan de oorzaak te verhelpen.
De installatie kan na het verhelpen van de fout via het Service-
menu terug in werking gesteld worden (vgl. p. 57).
Fout:
Geen doorstroming
Wanneer de startvoorwaarden voor het vullen van de leiding
vervuld zijn en er ondanks de geactiveerde pompingang geen
doorstroming gemeten wordt, laat de regelaar de pomp nog
een paar keer met korte intervallen opstarten. Wanneer er na
een bepaald aantal keer proberen nog altijd geen doorstro-
ming is, gaat de solaire installatie buiten werking en verschijnt
bovenvermelde foutmelding.
Te controleren:
Draait de pomp wanneer ze geactiveerd is? Draait ze op
max..niveau, wanneer de overeenkomstige uitgang van de
regelaar geactiveerd is?
Indien niet, gelieve de werking van schakelaar, relais en
contacten aan de regelaar en de pomp en ook de pomp
zelf te controleren.
Is de afsluitkraan van de debietmeter geopend?
Is de filter in de luchtafsheider onderaan verstopt?
Toont de debietmeter doorstroming aan terwijl op de regelaar
na 15 sec. geen doorstroming verschijnt?
Dan is de debietmeter ofwel niet correct aangesloten ofwel
defect.
Vriest het en is het water van de zonneleiding en de collector
bevroren?
Indien ja, gelieve de helling van de leidingen en de collec-
toren te controleren en indien nodig te corrigeren.
Maakt de pomp veel lawaai?
Voor oplossing, zie 16.4.
Start de pomp normaal, maar schakelt ze dan op Niveau min.
voordat de installatie gevuld is?
In Servicemenu „Handbediening" de pomp op Niveau
max. laten draaien en de tijd meten totdat de installatie
gevuld is (temperatuur „Boiler-in" verhoogt).
Dan in het Servicemenu de min. spoeltijd op die waarde,
afgerond op 30 tot 60 seconden instellen.
De installatie kan na het verhelpen van de fout via het Service-
menu terug in werking gesteld worden (vgl. p. 57)
Fout: regelm. Te weinig
doorstroming
69