Werkingsprincipe
TDMA SOLAR PUR:
Voor de inwerkingstelling moet er gecontroleerd worden of
de koudwatertoevoer open is en de warmwaterboiler tot
aan de maximumaanduiding met water gevuld is.
Indien de boiler met sterk kalkhoudend water gevuld werd,
kan hij voor de eerste inwerkingstelling van de solaire in-
stallatie door de verwarmingsketel tot op ca. 70 °C opge-
warmd worden. Daardoor slaat de kalk neer op de bijver-
warmingswarmtewisselaar waar hij de werking praktisch
niet belemmerd. De collectoren worden dan niet meer be-
dreigd.
Voor de start van de zonnepomp controleren of de regel-
schroef van de debietmeter geopend is.
De waterstand in de boiler voor de eerste werking van de
pomp aan de vulstandaanduiding aanduiden. Na de eerste
werking van het zonnecircuit (min 10 min constante wer-
king) wordt de zonnepomp handmatig (Menu Service Æ
Manuele bediening) uitgeschakeld. Na weer 10 minuten
wordt gecontroleerd of het volume in de boiler teruggelo-
pen is.
Om de plaatsing van de leidingen op een veilige manier te
controleren kunnen beide leidingen aan de pompgroep
losgemaakt worden. In de vertrekleiding (links, warm) met
perslucht blazen en rechts het restwater in een glas op-
vangen. Na het beëindigen van het blazen, kan er ook
links nog water teruglopen, dat ook opvangen. Bij meer
dan 50ml restwater kan men ervan uitgaan dat er een
montagefout gebeurd is.
Indien dat niet het geval is, opnieuw de ononderbroken
helling van de leidingen en de collectoren controleren en
aanpassen totdat het leeglopen verzekerd is.
Na één dag moet nogmaals de dakdoorvoering op water-
dichtheid gecontroleerd worden. Daarbij erop letten dat de
dichtingstullen goed zitten en de omhullende buis goed om-
sluiten.
De volledig geïnstalleerde en gecontroleerde installatie
wordt eenvoudigweg door de inwerkingstelling van de re-
gelaar in werking gezet. Het vullen van het solaire circuit
gebeurt dan automatisch.
Eerst start de pomp op maximumniveau (lichtdiode « Solar-
stufe » licht op ). Na een paar minuten, wanneer de lucht
uit het solaire circuit is gepompt, schakelt ze over op het
ingestelde niveau (lichtdiode « Solarstufe » gaat uit).
Het niveau wordt zo bepaald dat er tijdens de werking
(zonder toerentalregeling, dadelijk na het vullen) minstens
0,25 l/min per m
2
collectoroppervlakte stroomt:
De debietindicator volledig open laten.
Collectoroppervlak
5 m²
7,5 m²
10 m²
64
Debiet
1,25 l/min
1,9 l/min
2,5 l/min