Montage: SOLAR PUR-boiler
TDMA SOLAR PUR:
De vulstandslang terug in de daarvoor voorziene sleuf op
de isolatie duwen – u hebt de keuze uit twee sleuven. De
slang moet tot aan het bovenste uiteinde van de sleuf ko-
men:
11.3 Hydraulische aansluiting
Aansluitingsschema voor de SOLAR PUR-boiler: zie hoofdstuk
CONTROL 601 SP
%HQDPLQJ YDQ GH RQGHUGHOHQ
1. Afsluiter
2. Reduceerklep (wanneer de netdruk meer dan 8 bar
bedraagt en er nog geen reduceerklep voorhanden is)
3. Testventiel
4. Terugslagklep
5. Manometeraansluiting met manometer
6. Afsluiter
7. Veiligheidsventiel
8. Afblaasleiding
9. Ledigingskraan
10. Expansievat warm water
(hier voldoet een waterslagdemper)
11. Thermostatische mengkraan warmwater
Gelieve bij de aansluiting de voorschriften van de plaatselijke
waterdistributiemaatschappij en de overeenkomstige DIN-
normen in acht te nemen. Le raccordement doit être réalisé de
façon à résister à la pression. De aansluitingen moeten druk-
bestendig uitgevoerd worden. In de toevoerleiding van het
koud water moeten de gekeurde veiligheidsvoorzieningen
volgens DIN 4753 T.1 hfdst. 6.3.1 voorzien worden. Het
gekeurde veiligheidsventiel moet een aansluitingsdiameter van
DN 20 (tot max. toegelaten verwarmingsvermogen van 150
kW) hebben en mag niet van de warmwatertank afsluitbaar
zijn. Aan het veiligheidsventiel of aan diens afblaasleiding
moet een waarschuwingsbord met volgend opschrift aange-
bracht worden: "Tijdens de opwarming kan om veiligheidsre-
denen water uit de afblaasleiding vrijkomen. Niet sluiten".
Om waterverlies via het veiligheidsventiel ten gevolge van het
uitzetten van het water in de warmtewisselaar te vermijden,
kan een waterslagdemper gemonteerd worden (Consolar-
onderdeel: ZB010).
Bij slechte waterkwaliteit of oude leidingen een fijnfilter voor
de boileringang monteren..
De op het merk- en typeaanduidingsplaatje aangegeven
werkdruk van 8 bar mag niet overschreden worden, indien
nodig moet een reduceerklep ingebouwd worden. Bij de
aansluiting moet er op de koudwateringang een ledigings-
kraan voorzien worden. De aansluitingen moeten overeen-
komstig de betreffende voorschriften, in het bijzonder volgens
de DIN-normen (zie onderstaande afbeelding) uitgevoerd
worden.
Bij hard water moet de mogelijkheid tot ontkalking voorzien
worden. Daarom aan de koudwateringang en warmwateruit-
gang telkens aflsuit- en spoelkranen monteren. Als alternatief
is het installeren van een toestel voor kalkbescherming nuttig.
Bij uw handelaar of bij Consolar kunt u informatie over geschik-
te toestellen verkrijgen.
Om verbranding bij hoge boilertemperaturen te vermijden
moet er na de boileruitgang een warmwatermengkraan voor-
zien worden (hoort bij de leveromvang).
Alle kringlopen moeten volledig dicht zijn zodat er geen
zuurstof in de installatie kan komen.
OPMERKING
De aansluitingsbuizen van de SOLAR PUR-boiler zijn ge-
bogen, om warmteverlies door microcirculatie in de lei-
dingen te vermijden. Dat is echter enkel doeltreffend wan-
neer de aangesloten buizen zeer goed geïsoleerd zijn of –
nog beter – eerst naar onderen gevoerd worden. De circu-
latie kan verder nog doeltreffend afgesloten worden door
middel van terugslagkleppen met veer in de buurt van de
boileraansluitingen.
Indien nodig fittings aan de buitenste (60 mm lange) uitein-
den van de CONUS 502-aansluitingsbuizen vóór het dicht-
schroeven aan de boiler solderen:
19