Wat te doen wanneer...
TDMA SOLAR PUR:
Is de haakskoppeling van de pompaanzuiging bovenaan de
boiler correct gemonteerd en goed dicht aangespannen?
Indien niet, gelieve te corrigeren.
16.5 De pomp is warm, geen werkingsgeluid en
geen debiet:
Te controleren:
Zit de relais van de pomp goed ingeklikt?
De zonnepomp manueel inschakelen en de schakelaar
bewegen. Indien de pomp niet start, is ze waarschijnlijk
defect (bvb. rotor geblokeerd) Æ vervangen.
16.6 De pomp maakt lawaai en het debiet is klein:
Te controleren:
Is de rotorhuis van de pomp ontlucht?
Om te ontluchten, gelieve als volgt te werk te gaan:
Pomp uitschakelen
Steekleiding sluiten (debietmeter)
Ontluchtingsschroef van de pomp met een gepaste schroe-
vendraaier voorzichtig openen
BELANGRIJK
Naargelang de temperatuur van het water in de boiler
kan bij het openen van de ontluchtingsschroef van de
pomp warm water ontsnappen. Opgelet voor brandwon-
den!
Elektrische onderdelen beschermen tegen water.
Pompas met een schroevendraaier meermaals voorzichtig
terugschuiven,
Pomp inschakelen,
Na 15..30 seconden de ontluchtingsschroef van de pomp
terug sluiten,
Kraan terug openen.
BELANGRIJK
De pomp kan, wanneer de afsluitschroef geopend is, af-
hankelijk van de hoogte van de werkingsdruk blokkeren.
Naargelang de werkingstoestand van de pomp of de in-
stallatie (temperatuur van het vloeistof), kan de volledige
pomp zeer warm worden. Er bestaat verbrandingsgevaar
bij het aanraken van de pomp !
16.7 De pomp draait constant afwisselend met klein
en groot toerental
Het debiet loopt terug naar Niveau min. (1l/min), dan draait
de pomp weer met een groot toerental (Niveau max.) ; tegelij-
kertijd klokkende geluiden in de leiding:
Te controleren:
Is de zonnedoorstroming goed ingesteld/ niet te klein, zie 15,
op pagina 63?
Indien niet, gelieve te corrigeren
Zijn de verbindingen van de collectorleidingen goed dicht?
Indien niet, gelieve ze vaster te zetten.
Deze toestand treedt enkel op bij hoge boiler- en collector-
temperaturen (> 80 °C).
Dan is de oorzaak dat het water in de collectoren ver-
dampt, waardoor de nodige voedingsdruk stijgt en de
pomp in een hogere versnelling moet schakelen. Dat kan
verhinderd worden door de maximale boilertemperatuur
met de regelaar lager in te stellen. Daardoor wordt het
stroomverbruik beperkt en worden tegelijkertijd de onder-
delen gespaard.
68