Inhoudsopgave
Advertenties
Montage: PLANO 26 SP
TDMA SOLAR PUR:
OMSCHAKELEN OP WINTER: 0..60 °C
Hier kan de temperatuur van het verwarmingscircuit waarop
de zonneregeling op winterwerking overschakelt ingesteld
worden. De omschakeling op winterwerking gebeurt door de
vertrek- of terugloopvoeler van de verwarming.
=RQQHSRPS LQJDQJ IXQFWLH XLWJDQJ
Ingang
Collectorvoeler
Voeler boiler-in
Boilervoeler onderaan
Terugloopvoeler
Uitgang: zonnepomp
14.6.4
Opbrengstmeting (Ingave balans)
HOOFDMENU 12:34
INGAVE BALANS
De zonneopbrengst wordt berekend op basis van het tempe-
ratuurverschil tussen de opbrengstvoelers aan de ingang en
de uitgang van de warmtewisselaar en het debiet.
Bovendien bestaat de mogelijkheid om de zonnestraling te
meten. De aansluiting gebeurt zoals beschreven in hoofdstuk
13.5 « Montage van de collectorvoeler en, indien van toepas-
sing, van de stralingssensor» op pagina 41 en in hoofdstuk
14.2 « Temperatuurvoeler» pagina 43.
Factor straling:
100 W/VM²
Indien de stralingsmeting geactiveerd is, moet hier de factor
van de stralingsmeter ingesteld worden. Bij de stralingsmeter
van Consolar (RE352) is de vooringestelde waarde (100
W/Vm
2
) correct.
WERKINGSUREN SOLAIR
TERUGZETTEN?
ENERGIE
TERUGZETTEN?
Met deze instellingen kunnen de werkingsuren solair, energie
nu en totale energie op „0" teruggezet worden.
GEHEUGEN
TERUGZETTEN?
Functie
Collector max
Installatie starten
Opbrengstmeting
Vulproces beëindigen
Installatie starten en uit-
schakelen
Toerentalregeling
Opbrengstmeting
Installatie starten en uit-
schakelen
Omschakelen op winter
Terugloopsysteem
Hier kunnen de gegevens (bv. dagelijkse zonne-energie,
maximum collectorvermogen en maximum collectortempera-
tuur), die in de gegevenslogger van de PC-interface opgesla-
gen zijn, op „0" teruggezet worden. Deze functie is enkel
mogelijk met PC-interface.
2SEUHQJVWPHWLQJ LQJDQJIXQFWLHXLWJDQJ
Ingang
Voeler boiler in
Boilervoeler onderaan
Debietmeter
14.6.5
Functies voor warmwaterproductie
ter)
HOOFDMENU 12:34
INGAVE WATER
Tijdgestuurde bijverwarming van het gebruiksklaar wam water ::
Wanneer de temperatuur van het gebruiksklaar warm water
van de bovenste boilervoeler lager ligt dan de instelbare
minimumtemperatuur, worden de uitgangen „WW- bijver-
warming" en "Ketel aan/uit" geactiveerd. Met een bv. in de
badkamer geplaatste schakelaar voor combisystemen (circula-
tie- en badschakelaar) kunt u de minimumtemperatuur van het
gebruiksklaar warm water eenmalig verhogen, bv. voor een
tijdelijk grotere warmwaterbehoefte (badfunctie). Bovendien
kan de WW-bijverwarming ook via een geïntegreerde scha-
kelklok op bepaalde tijdstippen geblokkeerd worden.
De uitgang "Ketel aan/uit" wordt zowel bij WW-
bijverwarmingswerking als bij verwarmingswerking geacti-
veerd.
De uitgang „WW- bijverwarming" wordt enkel bij werking
als WW- bijverwarming geactiveerd.
WW-BIJVERWARMING
NORMT°: 30 .. 80 °C
Wanneer de boilertemperatuur bovenaan de ingestelde norm-
temperatuur bereikt heeft, opent het contact „WW- bijver-
warming" en "Ketel aan/uit" en wordt de oplading van het
gebruiksklaar warm water beëindigd.
WW-BIJVERWARMING
HYSTERESE: 2 .. 10 K
49
Functie
Opbrengstmeting
Vulproces beëindigen
Installatie uitschakelen
Toerentalregeling
Opbrengstmeting
Installatie in- en uitschakelen
Debiet- en opbrengstmeting
Versch. controles en pomp-
sturing
Geen uitgang
(Ingave wa-
Advertenties
Inhoudsopgave
