Inhoudsopgave
Advertenties
Montage: SOLAR PUR-boiler
TDMA SOLAR PUR:
Aansluiting van de buizen met de klemringschroefverbin-
dingen: eerst wartelmoer, dan messing klemring op het uit-
einde van de gebogen buis schuiven.
De vier aansluitingsbuizen tot op de aanslag in de daar-
voor voorziene fittings schuiven (benamingen op de aan-
sluitingsbuizen en het isolatiedeksel moeten overeenkomen).
Na stevige montage elke wartelmoer met één omwenteling
vastzetten (bij Cu 22 mm: 3/4 omwenteling). Daarbij fit-
tings met sleutel tegenhouden.
W
K
W
Ketel
Buitenste buisaansluitingen overeenkomstig het uitgekozen
schema aan het verwarmings- en zonnecircuit en aan
koud- en warm water aansluiten (zie technische documen-
tatie).
11.4 Aansluiting temperatuurvoelers
Alle voelers tot op de collectorvoeler en de optionele voe-
lers zijn al voorgemonteerd. De aansluiting van die voelers
gebeurt na hoofdstuk 14, op pagina 43. Om de voelers te
vervangen, zie „Wat doen als" op het einde van dit do-
cument.
11.4.1
Sturing van de warmwaterbijverwarming via de ketel-
regelaar
Fitting
(niet in leveromvang)
K
W K
Water
Solair
De warmwaterbijverwarming moet altijd door de CONTROL
601 SP gestuurd worden. Enkel wanneer SOLAR PUR niet
voor verwarmingsondersteuning gebruikt wordt, kan de stu-
ring van de warmwaterbijverwarming door de ketelregelaar
gebeuren. In dat geval wordt de voeler van de ketelregelaar
ook in de dompelhuls geschoven. Hij wordt op de plaats van
de "Boiler boven"-voeler bevestigd en de "Boiler boven"-
voeler zelf onmiddellijk daarboven. Indien de voeler van de
ketelregelaar zo dik is dat hij niet meer in de dompelhuls past,
kan de CONTROL-voeler "Boiler boven" als externe voeler
aan de tank buiten aangebracht worden. Daarvoor wordt hij
op de overeenkomstige hoogte in de sleuf van de isolatie-
schaal zo ingeduwd, dat hij de tank nog kan aanraken.
OPMERKING
Indien het volume gebruiksklaar warm water vergroot
moet worden, kan de bovenste voeler dieper geschoven
worden. In dat geval is er geen verwarmingsondersteu-
ning mogelijk.
Alle voelers samen in de koperen dompelhuls volledig naar beneden laten
zakken. De kabel door middel van een spanriem aan de ingang van de dompel-
huls tegen wegglijden beschermen.
11.5 Vullen
Het vullen gebeurt pas na de montage en de aansluiting van
de collectoren, zie p.63.
20
Advertenties
Inhoudsopgave
