Inhoudsopgave
Advertenties
Werkingsprincipe
TDMA SOLAR PUR:
De waterdichtheid van alle schroefverbindingen (ook op
het dak) moet na de inwerkingstelling nog eens gecontro-
leerd worden.
15.4 Werking en onderhoud
15.4.1 Vakantie
Tijdens de vakantie kan de zonnepomp volledig uitgeschakeld
worden (CONTROL 601 SP: Servicemenu). Daardoor wordt
onnodig stroomverbruik vermeden, terwijl leidingen en boiler
gespaard worden. De collectoren blijven dan leeg en gaan
over in ruststand.
15.4.2 Geluid
Wanneer de solaire installatie buiten bedrijf gaat en de col-
lectoren leeglopen, kunnen er klokkende geluiden ontstaan.
Dat is normaal.
Bij hoge collectortemperaturen (>80°C) kan er door stoom-
vorming in de collectoren geluid geproduceerd worden. Dat is
normaal en houdt geen gevaar in voor de installatie. Het kan
verhinderd worden door de maximale boilertemperatuur met
de regelaar lager in te stellen. Daardoor wordt het stroomver-
bruik beperkt en tegelijkertijd de onderdelen gespaard.
15.4.3 Energie besparen
TIP:
Temperatuurinstelling „Boiler max" bij installaties met
meer dan drie collectoren tot op bvb. 80°C verlagen, zo-
dat de zonnepomp minder draait.
15.4.4 Veiligheidsventiel
(Overeenkomstig DIN 4753). Regelmatig (1-2x per maand)
moet het veiligheidsventiel op zijn werking getest worden door
het te openen. Een jaarlijks onderhoud door de installateur
wordt aanbevolen. Tijdens het verhitten van de warmwater-
boiler moet om veiligheidsredenen water uit de afblaasleiding
lopen (indien er geen expansievat aanwezig is). De afblaas-
leiding moet altijd open blijven.
15.4.5 Vulstandaanduiding
Bij werking kan er in de loop van de tijd waterverlies ontstaan
door verdamping, omdat het systeem niet volledig gesloten is.
De vulstand kan gecontroleerd worden aan de hand van de
drijfkegel van de SOLAR PUR-boiler die boven de vulstands-
lang het waterniveau aanduidt. Normaal gesproken volstaat
één controle per jaar.
De vulstand moet altijd tussen het min- en max.-pijl liggen.
Wanneer de max.-aanduiding overschreden wordt, loopt er
water uit de vulstandslang. Dat kan ook na de eerste verhitting
van de boiler, door warmte-uitzetting, voorkomen.
Wanneer de min.-vulstand niet bereikt wordt, kan het boiler-
water niet meer door de warmwaterwarmtewisselaar stromen.
Het warme water wordt dan niet meer genoeg verwarmd. Het
boilerwater kan bijgevuld worden met de vulkraan D) onder
de pomp (foto, zie p. 63).
OPMERKING
Tijdens de werking van de solaire installatie zakt de wa-
terstand van de boiler. Daarom de vulstand controleren
wanneer de zonnepomp draait.
15.4.6 Ontkalking van de warmwaterwarmtewisselaar
Door de scheiding van drinkwater en boilermedium treedt er
aan de spiraalwarmtewisselaars, buiten kalkafzetting door
opnieuw vullen, geen verkalking op. Aan de binnenkant van
de warmwaterwarmtewisselaar kan er bij hard water kalkaf-
zetting ontstaan.
De ontkalking van de warmwaterwarmtewisselaar met ci-
troenzuur van 10 – 15 % is mogelijk met de afsluit- en spoel-
kranen aan de koud- en warmwateraansluitingen.
BELANGRIJK!
Bij sterke kalkafzetting genoeg zuur gebruiken omdat er
anders verstoppingsgevaar bestaat.
Zuur kan bij onvakkundig gebruik verwondingen veroor-
zaken en voorwerpen en vloer beschadigen.
Het wordt ten strengste afgeraden andere, niet voor koper
geschikte zuren te gebruiken voor de ontkalking, aange-
zien die de warmtewisselaar kunnen aantasten!
Wanneer de boiler 55 - 60 °C warm is, wordt het citroenzuur
met een zuurbestendige pomp in de spoelkraan van de koud-
wateraansluiting gepompt en aan de warmwateraansluiting
terug opgevangen.
Tijdens het ontkalkingsproces moet de pomp voortdurend
draaien! Anders bestaat er gevaar op verstopping.
De ontkalking is meestal binnen 15 - 30 minuten afgelopen.
Een ontkalkingspomp is als onderdeel verkrijgbaar.
15.4.7 Ontkalking van het zonnecircuit
Indien ondanks de onder „Inwerkingstelling" beschreven
voorzorgsmaatregelen ontkalking of spoeling van de collecto-
ren nodig is, kunnen daarvoor beide zonneleidingen van de
boiler losgemaakt worden. Met een ontkalkingspomp kan het
volledige zonnecircuit dan ontkalkt en gespoeld worden.
BELANGRIJK:
Vooraf de collectoren afdekken om oververhitting van het
spoelmedium te vermijden.
Voor ontkalking moet citroenzuur van 10 - 15% gebruikt
worden (zie boven). De kunststofdelen van de pompgroep
niet met zuur spoelen! Ook in de boiler mag geen zuur
komen. Daarom het zonnecircuit na het ontkalken goed
met water spoelen.
Tijdens het ontkalken moet de pomp voortdurend draaien!
Anders bestaat er ontstoppingsgevaar.
15.4.8 Filtercontrole
65
Advertenties
Inhoudsopgave
