Montage: leidingen, dakdoorvoering
TDMA SOLAR PUR:
De zonet opgestoken buisisolatie tot aan de huls aan de dakdoorvoering schuiven
en erop letten dat voelerkabel gebogen is:
Voelerkabel
boog
De koperleidingen met de schroefkoppelingen aan de
vertrek- en terugloop van de collector aansluiten: schroef-
koppeling eerst aan de collector en dan aan de koperbuis
van de ISOCONNECT-leiding vastschroeven:
Met contrasleutel tegenhouden!
Isolatie tot aan de collector onder de omkadering naar
voren trekken.
Teveel korte stukjes buisisolatie buiten vermijden.
EINDCONTROLE ISOLATIE:
De isolatie van de buizen moet zeer zorgvuldig en zonder
spleten tot aan de schroefverbinding aan de vertrek- en
terugloop van de collector uitgevoerd worden, aangezien
op het dak de warmteverliezen zeer hoog zijn en het huis
dus niet ten goede komen.
De buisisolatie ook aan de binnenkant van het dak volle-
dig tot aan de opening schuiven, zodat de leidingen goed
geïsoleerd blijven.
13.5 Montage van de collectorvoeler en, indien van
toepassing, van de stralingssensor
OPMERKING
Indien de laatste collector, in de richting van de doorstro-
ming, gedeeltelijk in de schaduw kan komen te liggen,
wordt de voeler in een andere, nooit overschaduwde col-
lector, geschoven. Daarvoor moet, indien nodig, de voe-
lerkabel met behulp van UV-bestendige kabels met min 2
x 0,75 mm² verlengd worden. In dat geval wijken de col-
lectortemperaturen en de temperatuur aan de boilerin-
gang tijdens de werking sterk van elkaar af, wat echter
voor de regeling geen probleem is.
De collectorvoeler (rode PT 1000-voeler) wordt in de daar-
voor voorziene dompelhuls aan de laatst doorstroomde collec-
tor ("Solar heiß") geschoven en tegen wegschuiven beveiligd
(zie schema op pagina 25, hfdst. Dakset: afstanden en
benamingen a.d.h.v. voorbeeld van 4 hv (PA 324).
Voor een nauwkeurige registratie van de temperaturen moet
de meegeleverde warmtegeleidende pasta gebruikt worden!
Aan de voorgemonteerde ISOCONNECT-kabel wordt de
voelerkabel aangesloten.
OPMERKING
De kabel uit de collectorleiding in de collectorvoeg leggen
zodat hij beschermd is tegen slechte weersomstandighe-
den.
Indien er een stralingssensor gebruikt wordt, wordt die paral-
lel met het glasraam van de collectoren op een schaduwvrije
plek gemonteerd.
41