OMNIA M 3.2
STORINGS-
STORING OF
CODE
BEVEILIGING
Storing van onderste
temperatuursensor van
balanstank (Tbt2)
Storing van plaatwisselaar
waterinvoer
temperatuursensor (Tw_in).
Storing van
hoofdbesturingskaart van
hydraulische EEPROM.
PED PCB-storing
Bescherming tegen
hoge temperatuur van
omvormermodule
DC-bus
laagspanningsbeveiliging
22T÷30T
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De Tbt12-sensoraansluiting zit los. Sluit hem opnieuw aan.
3. De Tbt2 sensoraansluiting is nat of er zit water in, verwijder het water,
maak de aansluiting droog. Voeg watervaste lijm toe.
4. De Tbt2-sensor is defect en moet worden vervangen.
1. Controleer de weerstand van de sensor.
2. De Tw_in-sensorconnector zit los. Sluit hem opnieuw aan.
3. De Tw_in-sensorconnector is nat of er zit water in. Droog de
connector. Voeg watervaste lijm toe
4. TW_in-sensorstoring; vervang de sensor.
1. De EEprom-parameter is fout, schrijf de EEprom-gegevens opnieuw.
2. EEprom-chiponderdeel is kapot en moet worden vervangen.
3. De hoofdbesturingskaart van de hydraulische module is kapot en
moet worden vervangen.
1. Wacht 5 minuten na het uitschakelen van de stroom en schakel de
stroom weer in. Kijk vervolgens of de stroom kan worden hersteld;
2. Als de stroom niet kan worden hersteld, verwijder de PED-
veiligheidsplaat, schakel de stroom opnieuw in en kijk of deze kan
worden hersteld;
3. Als de stoom niet kan worden hersteld, moet het IPM-modulebord
worden vervangen.
1. Voedingsspanning van het apparaat is laag; verhoog de spanning
naar het benodigde bereik.
2. De ruimte tussen de apparaten is te nauw voor warmtewisseling.
Vergroot de ruimte tussen de apparaten.
3. De warmtewisselaar is vuil of het oppervlak wordt geblokkeerd. Maak
de warmtewisselaar schoon of verwijder de obstructie.
4. De ventilator werkt niet. De ventilatormotor of ventilator is kapot en
moet worden vervangen.
5. Waterdebiet is te laag door lucht in het systeem of er is geen
voldoende opvoerhoogte. Ontlucht en selecteer de pomp opnieuw.
6. Sensor waterafvoertemperatuur is los of gebroken, sluit opnieuw aan
of vervang door een nieuwe.
1. Controleer de voeding.
2. Als de voeding, het led-lichtje en de PN-spanning (als deze 380 V is)
in orde zijn, betreft het meestal een probleem met het moederbord. Als
het led-lichtje niet brandt, koppel de voeding los, controleer de IGBT,
controleer de dioxides; als de spanning onjuist is, is de omvormerkaart
beschadigd en moet deze worden vervangen.
3. Als de IGBT in orde is, betekent dit de omvormerkaart goed werkt;
als de gelijkrichterbrug onjuist is, controleer dan de brug (dezelfde
werkwijze als voor IGBT: koppel de voeding los, controleer of de
dioxides beschadigd zijn).
4. Meestal als F1 optreedt wanneer de compressor start, kan het
een probleem met het moederbord zijn. Als F1 optreedt wanneer de
ventilator start, kan dit komen door de omvormerkaart.
Cod. 3QE47670 - Rev. 02 - 11/2023
STORINGSOORZAAK EN
CORRIGERENDE MAATREGEL
151
NL