OMNIA M 3.2
12.4
t_DRYUP
12.5
t_HIGHPEAK
12.6
t_DRYD
12.7
T_DRYPEAK
12.8
START TIJD
12.9
START DATUM
AUTOM.
13.1
HERSTARTEN KOEL/
WARM MODUS
AUTO HERSTART
13.2
DHW MODUS
BEGRENZING
14.1
VERMOGENINVOER
15.1
M1 M2
15.2
SMART GRID
15.3
Tw2
15.4
Tbt1
15.5
Tbt2
15.6
Ta
15.7
Ta-adj
15.8
SOLAR INV.
15.9
F-PIJPLENGTE
15.10
RT/Ta_PCB
POMPI STILLE
15.11
MODUS
15.12
DFT1/DFT2
16.1
PER_START
16.2
TIJD_AANPAS
16.3
ADRES RESET
17.1
HMI SET
HMI ADDRESS FOR
17.2
BMS
17.3
STOP BIT
11 TEST WERKING EN EINDCONTROLES
De installateur is verplicht om de juiste werking van het apparaat te controleren na de installatie.
11.1 Eindcontroles
Lees de volgende aanbevelingen vóór het inschakelen van het apparaat:
•
Wanneer de volledige installatie en alle noodzakelijke instellingen zijn uitgevoerd, sluit u alle frontpanelen van het
apparaat en plaatst u het deksel van het toestel terug.
•
Het onderhoudspaneel van de schakelkast mag alleen worden geopend door een erkende elektricien.
Dat de voedingsinvoer gedurende de eerste bedrijfsperiode van het apparaat hoger kan zijn dan vermeld op het typeplaatje
van het apparaat. Dit komt omdat de compressor een inlooptijd van 50 uur nodig heeft voordat hij soepel loopt en zijn
energieverbruik stabiel is.
11.2 Test run (handmatig)
Indien nodig kan de installateur op elk gewenst moment een handmatige test uitvoeren om de juiste werking van de
ontluchting, verwarming, koeling en verwarming van leidingwater te controleren, zie 10.7 Veldinstellingen / Test run.
22T÷30T
De dag van verwarming tijdens het drogen van de
vloer
De continu dagen op hoge temperatuur tijdens het
drogen van de vloer
De dag met een lagere temperatuur tijdens het drogen
van de vloer
De beoogde piektemperatuur van de waterloop tijdens
het drogen van de vloer
De starttijd van het drogen van de vloer
De startdatum van het drogen van de vloer
In-/uitschakelen van het automatisch opnieuw starten
van de koel-/warmtemodus. 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van het automatisch opnieuw starten
van de Warmwatermodus (DHW). 0=NEE, 1=JA
Het type stroomingangsbeperking, 0=NEE,
1~8=TYPE 1~8
Definieer de functie van de M1M2-schakelaar;
0=REMOTE AAN/UIT, 1=TBH AAN/UIT
In-/uitschakelen van de SMART GRID; 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de T1b (Tw2); 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de Tbt1; 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de Tbt2; 0=NEE, 1=JA
In-/uitschakelen van de Ta;
0=HMI,1=IDU
De gecorrigeerde waarde van Ta op de bedrade
controller
Kies de SOLAR INV.; 0=NEE, 1=CN18Tsolar,
2=CN11SL1SL2
Kies de totale lengte van de vloeistofleiding
(F-PIJPLENGTE); 0=F-PIJPLENGTE<10m,
1=F-PIJPLENGTE≥10m
Schakel de RT/Ta_PCB in of uit; 0=NEE, 1=JA
Schakel de POMPI STILLE MODUS in of uit 0=NEE,
1=JA
Functie DFT 1/DFT 2 poort: 0=ONTDOOIEN 1=ALARM
Opstartpercentage van meerdere apparaten
Aanpassingstijd van optellen en verwijderen van
apparaten
Reset de adrescode van het apparaat
Kies de HMI; 0=MASTER, 1=SLAVE
Stel het HMI-adres in voor BMS
HMI stop bit
OPMERKING
Cod. 3QE47670 - Rev. 02 - 11/2023
8
4
15
5
3
7
5
4
15
45
30
55
Uur: de
huidige tijd
(niet op het
0:00
23:30
uur +1, op
het uur +2)
Minuut:00
De huidige
1/1/2000 31/12/2099 1/1/2001 d/m/y
datum
1
0
1
1
0
1
0
0
8
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
-2
-10
10
0
0
2
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
10
10
100
5
1
60
FF
0
15
0
0
1
1
1
16
1
1
2
NL
1
DAG
1
DAG
1
DAG
1
°C
1/30
h/min
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
1
°C
1
/
1
/
1
/
1
/
1
/
10
%
1
MIN
1
/
1
/
1
/
1
/
143