OMNIA M 3.2
Symptoom 3: De pomp maakt lawaai (cavitatie)
MOGELIJKE OORZAKEN
Er zit lucht in het systeem.
Waterdruk bij de pompinlaat
is te laag.
Symptoom 4: De wateroverdrukklep gaat open
MOGELIJKE OORZAKEN
Het expansievat is kapot.
De vullingsdruk van het water
in de installatie is hoger dan
0,3 MPa.
Symptoom 5: De wateroverdrukklep lekt
MOGELIJKE OORZAKEN
De uitgang van de
wateroverdrukklep is met vuil
verstopt.
Symptoom 6: Tekort van ruimteverwarmingscapaciteit bij lage buitentemperaturen
MOGELIJKE OORZAKEN
Back-upverwarming is niet
actief.
Er wordt te veel
warmtepompcapaciteit
gebruikt voor de verwarming
van warmleidingwater (geldt
alleen voor installaties met
een warmwatertank).
Symptoom 7: Warmtemodus kan niet meteen veranderen naar DHW-modus
MOGELIJKE OORZAKEN
Tankvolume is te klein
en de locatie van de
watertemperatuursonde is te
laag
22T÷30T
Ontlucht het systeem.
•
Controleer op de manometer of er voldoende waterdruk is. De waterdruk moet >1
bar zijn (koud water).
•
Controleer of de manometer niet kapot is.
•
Controleer of het expansievat niet kapot is.
•
Controleer of de voordrukinstelling van het expansievat correct is (zie "9.4 Aanleg
van waterleidingen / Controles van het watervolume en expansievatvoordruk").
Vervang het expansievat.
Zorg ervoor dat de vullingsdruk van het water in de installatie ongeveer 0,15~0,20
MPa bedraagt (zie "9.4 Aanleg van waterleidingen / Controles van het watervolume en
expansievatvoordruk").
Controleer de juiste werking de overdrukklep door de rode knop op de klep linksom te
draaien:
•
Neem contact op met uw lokale dealer als u geen klakkend geluid hoort.
•
Als het water uit het apparaat blijft stromen, sluit dan eerst de afsluitkleppen van de
waterinlaat en -uitlaat en neem vervolgens contact op met uw lokale dealer.
Controleer of de "ANDERE VERWARMINGSBRON / BACKUP VERWARMER"
is ingeschakeld, zie "10.7 Veldinstellingen", en of de thermische beveiliging van
de back-upverwarming is geactiveerd (zie " Besturingsonderdelen voor back-
upverwarming (IBH) " ) . Controleer of de boosterverwarming actief is, de back-up- en
boosterverwarming kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
Controleer of "t_DHWHP_MAX" en "t_DHWHP_RESTRICT" correct zijn
geconfigureerd:
•
Zorg ervoor dat "DHW PRIORITEIT" is uitgeschakeld in het bedieningspaneel.
•
Schakel "T4_TBH_ON" in het bedieningspaneel / VOOR
ONDERHOUDSMONTEUR in om de boosterverwarming voor verwarming van
huishoudelijk water in te schakelen.
•
Stel "dT1S5" in op 20 °C en "t_DHWHP_RESTRICT" op zijn minimale waarde.
•
Stel dT1SH in op 2 °C.
•
Schakel TBH in, welke zou moeten worden aangestuurd door de buitenunit.
•
Als AHS (ketel) beschikbaar is moet deze eerst worden ingeschakeld. De warmte
pomp zal zich inschakelen als er is voldaan aan de vereisten voor het inschakelen
ervan.
•
Als TBS en AHS beide niet beschikbaar zijn, probeer dan de positie van de T5-
sonde te veranderen.
Cod. 3QE47670 - Rev. 02 - 11/2023
CORRIGERENDE MAATREGEL
CORRIGERENDE MAATREGEL
CORRIGERENDE MAATREGEL
CORRIGERENDE MAATREGEL
CORRIGERENDE MAATREGEL
147
NL