Download Print deze pagina

Ferroli OMNIA M 3.2 22T Installatie- En Gebruikershandleiding pagina 111

Met dc inverter compressor voor buitenopstelling

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

OMNIA M 3.2
Controleer het volgende voordat u verder gaat met de installatie van het apparaat:
De maximale waterdruk ≤ 3 bar.
De maximale watertemperatuur ≤ 70°C volgens de instelling van de veiligheidsinrichting.
Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met de gebruikte materialen in het systeem en het apparaat.
Zorg ervoor dat de in de veldleiding geïnstalleerde componenten bestand zijn tegen de waterdruk en -temperatuur.
Op alle lage punten van het systeem moeten afvoerkranen worden aangebracht om het circuit tijdens het onderhoud
volledig te kunnen afvoeren.
Op alle hoge punten van het systeem moeten ontluchtingsopeningen aanwezig zijn. De openingen moeten zodanig
worden geplaatst dat ze goed toegankelijk zijn voor onderhoud. Het apparaat is binnenin voorzien van een automatisch
ontluchtingsventiel. Controleer of dit ontluchtingsventiel niet is vastgedraaid en de ontluchting van het watercircuit
daardoor mogelijk is.
9.4.2 Controles van het watervolume en expansievatvoordruk
De apparaten zijn voorzien van een expansievat (modellen: 8 L) dat een standaard voordruk heeft van 1,0 bar. Om de goede
werking van het apparaat te verzekeren, moet de voordruk van het expansievat mogelijk worden aangepast.
1) Controleer of de totale watervolume in de installatie, exclusief het interne watervolume van het apparaat, minimaal 40 L is.
Zie "14 TECHNISCHE SPECIFICATIES" voor het totale interne watervolume van het apparaat.
Voor de meeste toepassingen is dit minimale watervolume genoeg.
Voor kritische processen of in ruimten met een hoge warmtebelasting is er misschien extra water nodig.
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingskringloop door extern bediende kleppen wordt geregeld, moet dit
minimale watervolume behouden blijven, zelfs als alle kleppen gesloten zijn.
2) Gebruik de onderstaande tabel om te bepalen of de expansievatvoordruk moet worden aangepast.
3) Gebruik de onderstaande tabel en instructies om te bepalen of het totale watervolume in de installatie minder is dan het
maximaal toegestane watervolume.
Installatie
hoogteverschil
(*)
≤7 m
Geen voordrukaanpassing nodig.
Noodzakelijke acties:
• De voordruk moet worden verhoogd; bereken de
voordruk volgens "Berekenen van de voordruk
>7 m
het expansievat" hieronder.
• Controleer of het watervolume lager is dan het
maximaal toegestane watervolume (gebruik de
onderstaande grafiek)
* Het hoogteverschil ligt tussen het hoogste punt van het watercircuit en het expansievat van de buitenunit. Tenzij het
apparaat zich bevindt op het hoogste punt van het systeem, in welk geval het hoogteverschil van de installatie als 0 wordt
beschouwd.
Berekenen van de voordruk het expansievat
De voordruk (Pg) die moet worden ingesteld is afhankelijk van het maximale hoogteverschil (H) van de installatie en wordt als
volgt berekend: Pg(bar)=(H(m)/10+0,3) bar
Het maximaal toegestane watervolume controleren
Om het maximaal toegestane watervolume in het gehele circuit te bepalen, moet u als volgt te werk gaan:
22T÷30T
OPMERKING
Watervolume ≤230 L
Cod. 3QE47670 - Rev. 02 - 11/2023
Watervolume >230 L
Noodzakelijke acties:
• De voordruk moet worden verhoogd; bereken de
voordruk volgens "Berekenen van de voordruk
het expansievat" hieronder.
• Controleer of het watervolume lager is dan het
maximaal toegestane watervolume (gebruik de
onderstaande grafiek)
Het expansievat van het apparaat is te klein voor
de installatie.
111
NL

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Omnia m 3.2 26tOmnia m 3.2 30t