5) Voor boosterverwarming:
13
16
TBH
N
BESTURINGSSIGNAALUITGANG
VOOR
TANKBOOSTERVERWARMING
Aansluiting van de boosterverwarmingskabel is afhankelijk van toepassing. Deze bedrading is alleen nodig wanneer de
warmwatertank is geïnstalleerd. Het apparaat stuurt alleen een in-/uitschakelsignaal naar de boosterverwarming. Een extra
stroomonderbreker en aparte aansluitklem zijn nodig om de boosterverwarming van voeding te voorzien.
Zie ook "8 TYPISCHE TOEPASSINGEN" en "10.7 Veldinstellingen / DHW-beheersing" voor meer informatie.
Procedure
•
Sluit de kabel aan op de overeenkomstige aansluitklemmen (zie afbeelding).
•
Bevestig de kabel met kabelbinders op de kabelbinderbevestigingen om spanningsontlasting te garanderen.
6) Voor externe back-upverwarmingsset (optioneel)
14
16
IBH1
N
BESTURINGSSIGNA
ALUITGANG VOOR
IBH1-BESTURING
7) Voor antivries-E-verwarmingstape (extern)
25
29
HT
N
BESTURINGSSIGNA
ALUITGANG VOOR
VERWARMING
8) Voor uitvoeringsstatus unit
26
30
R2
R1
UITVOERINGSSTATUS
BESTURINGSSIGNAAL
UITGANG
9) Voor extra warmtebronbeheersing:
27
28
AHS1 AHS2
BESTURINGSSIGNAALUITGANG
EXTRA WARMTEBRON
122
NL
OMNIA M 3.2
Procedure
•
Sluit de kabel aan op de overeenkomstige
aansluitklemmen (zie afbeelding).
•
Zorg ervoor dat de kabel goed vastzit.
Cod. 3QE47670 - Rev. 02 - 11/2023
22T÷30T