manier als u met het arpeggio zou doen.
De parameters voor elke lane kunnen worden ingesteld met de onderstaande procedure.
[PERFORMANCE] → Part-selectie → [EDIT/
Motion Sequencer in- of uitschakelen
Druk op de knop [MSEQ ON/OFF] op het bovenpaneel om de functie Motion Sequencer in/uit te
schakelen.
Motion Sequencer wijzigen met behulp van de knoppen
Door op de knop [QUICK EDIT] te drukken om SELECTED PART te selecteren en vervolgens de
tabselectieknoppen te gebruiken om het tabblad ARP/MS te selecteren en de knoppen Tab PAGE te
gebruiken om Motion Sequence te selecteren, kunt u vervolgens de knoppen 1 t/m 8 gebruiken om
de Motion Sequencer te wijzigen.
Wijzig de Motion Sequencer-instellingen door aan de knoppen te draaien en naar het afspelen van
de Motion Sequencer te luisteren. Vink de namen van de parameters aan die zijn toegewezen aan
knoppen 1 tot en met 8 in het sub-display.
De manier wijzigen waarop Motion Sequence wordt geactiveerd
] → Motion Seq → Lane
40