[
] (Play)-knop → Pattern → [EDIT/
[PERFORMANCE] → Play/Rec → Pattern → Edit/Job → Note → Cresc.
Velocity Range
Stelt de intensiteit in van het crescendo of decrescendo. De aanslagwaarden van de noten in het
opgegeven bereik worden geleidelijk aan verhoogd of verlaagd, te beginnen met de eerste noot in
het bereik. De aanslag van de laatste noot in het bereik wordt de oorspronkelijke aanslag van de noot
plus de waarde van Velocity Range. Als de resulterende aanslag buiten het bereik 1−127 ligt, wordt
deze ingesteld op 1 of 127. De instelling +1 of hoger produceert een crescendo, en de instelling −1 of
lager produceert een decrescendo. De instelling 0 veroorzaakt geen wijziging.
Instellingen: −127−+127
Transpose
Met deze job kunt u de toonsoort of de toonhoogte van de noten in het opgegeven bereik wijzigen.
OPMERKING
Wanneer de Transpose-job wordt uitgevoerd, worden alle noten buiten het toegestane bereik van C−2−G8
automatisch aangepast zodat ze binnen het bereik passen.
Gebruik
[
] (Play)-knop → Pattern → [EDIT/
[PERFORMANCE] → Play/Rec → Pattern → Edit/Job → Note → Transpose
] → Note → Cresc.
] → Note → Transpose
144