Advertenties
Zet elke lane aan of uit.
U kunt maximaal vier Motion Sequencer-lanes in één partij gebruiken, of maximaal acht lanes in een
gehele performance.
Indien ingesteld op Off, worden de parameters voor die lane niet weergegeven.
Instellingen: Off, On
MS FX (Lane FX Receive)
Stelt knoppen in die worden beïnvloed door de werking van de Superknop.
Instellingen: Off, On
Trigger (Lane Trigger Receive)
Stelt in of de geselecteerde lane signalen ontvangt van de knop [MSEQ TRIGGER] of niet.
Als dit is ingesteld op On, begint de Motion Sequence pas met afspelen zodra u op de knop [MSEQ
TRIGGER] drukt.
Instellingen: Off, On
Sequence Select (Motion Sequence Select)
Wijzigt de Motion Sequence-selectie.
Instellingen: 1-8
Target Sequence
Toont de geselecteerde lanes en sequences.
Edit Sequence
Hiermee opent u het scherm Motion Sequence.
U kunt een sequence maken van maximaal zestien stappen.
Motion Seq Step n Value
Toont de stapcurve voor de geselecteerde sequence.
Tabblad Sync/Speed
Sync (Lane Sync)
Stelt het afspelen in van de Motion Sequence die is ingesteld op de Destination in het Control Assign-
scherm om te synchroniseren met het tempo of de tel van de performance.
Instellingen: Off, Tempo, Beat, Lane1 (wanneer Lanes 2–4 zijn geselecteerd)
Off: alleen de Motion Sequencer van de lane wordt afgespeeld.
Tempo: speelt de Motion Sequence van de lane af in het performance-tempo.
Beat: er wordt synchroon met de beat afgespeeld.
Lane1: speelt de Motion Sequencer van de lane synchroon af met Lane 1.
Wanneer Sync is ingesteld op Off
Speed (Lane Speed)
Stelt de snelheid in voor het afspelen van de Motion Sequence.
Deze parameter is beschikbaar wanneer Sync (Lane Sync) is ingesteld op Off.
Instellingen: 0-127
214
Advertenties
Hoofdstukken
