wanneer het instrument wordt uitgeschakeld.
De bewerkte performances en motion sequences moeten in het gebruikersgeheugen worden
opgeslagen voordat u een andere performance selecteert of het instrument uitschakelt.
(Andere instellingen worden automatisch opgeslagen.)
Gebruikersgeheugen
Het gebruikersgeheugen bestaat uit twee gebieden: Gebruiker en Bibliotheek.
Het gebruikersgebied bevat de opgeslagen performances en motion sequences, en andere
instellingen voor het hele instrument, zoals Utility-instellingen en andere gebruikersdata die in de
bewerkingsbuffer zijn bewerkt.
Wanneer een gebruikersperformance wordt bewerkt, kunt u deze opslaan als een nieuwe
performance of de bestaande performance overschrijven.
In het bibliotheekgebied kunnen maximaal 16 bibliotheekbestanden (.Y2L) worden geladen vanaf het
USB-flashstation. De instellingen die zijn opgeslagen in het bibliotheekgebied kunnen niet worden
bewerkt. Als u de instellingen in het bibliotheekgebied wilt bewerken, stuurt u de data naar de
bewerkingsbuffer door een performance te selecteren die is opgeslagen in het bibliotheekgebied of
door een motion sequence uit het bibliotheekgebied te laden. Na het bewerken worden de gegevens
opgeslagen in het gebruikersgebied.
Het gebruikersgeheugen wordt gebruikt voor lezen en schrijven, en de gegevens in dit gebied blijven
behouden nadat het instrument is uitgeschakeld.
Terugroepbuffer en vergelijkingsbuffer
De terugroepbuffer en de vergelijkingsbuffer zijn gebieden die worden gebruikt voor het tijdelijk
opslaan van de instellingen die u aan het bewerken bent.
De terugroepbuffer wordt gebruikt als back-up voor de bewerkingsbuffer.
Als u per ongeluk naar een andere performance bent overgestapt zonder de instelling eerst op te
slaan, kunt u de terugroepfunctie gebruiken (Recall) om de tijdelijk opgeslagen instellingen van de
terugroepbuffer naar de bewerkingsbuffer te herstellen.
De vergelijkingsbuffer is het gebied waar instellingen worden bewaard voordat wijzigingen worden
aangebracht. Door de vergelijkingsfunctie te gebruiken, kunt u de instellingen die tijdelijk zijn
opgeslagen in de vergelijkingsbuffer gebruiken om de bewerkte en onbewerkte geluiden te
vergelijken.
Deze buffers zijn bedoeld voor het lezen en schrijven van data, maar de instellingen gaan verloren
als het instrument wordt uitgeschakeld.
14