Pulse A (Motion Sequence Step Curve Type A)
Pulse B (Motion Sequence Step Curve Type B)
Selecteert een parameterwijzigingscurve voor Pulse A en Pulse B.
Gebruik Motion Sequence Step Type om te selecteren welke van de curvetypen u voor elke stap wilt
gebruiken.
De verticale as geeft de tijd aan en de horizontale as geeft de stapwaarde aan.
Instellingen: (Wanneer een vooraf ingestelde bank wordt geselecteerd) Standard, Sigmoid,
Threshold, Bell, Dogleg, FM, AM, M, Discrete Saw, Smooth Saw, Triangle, Square,
Trapezoid, Tilt Sine, Bounce, Resonance, Sequence, Hold, Harmonic, Steps
(Wanneer een gebruikersbank wordt geselecteerd) User 1–32
(Wanneer een bibliotheekbestand is geladen) Curven gebruikt in Library 1–16
Prm 1 (Motion Sequence Step Curve Parameter 1)
Prm 2 (Motion Sequence Step Curve Parameter 2)
Past de vorm van de stapcurve voor de Motion Sequence aan.
Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het curvetype. Het bereik van de
parameterwaarde varieert afhankelijk van het curvetype.
Control (Motion Sequence Step Curve Shape Control Switch)
Schakelt het gebruik van de knoppen voor het regelen van de stapcurvevorm van de Motion
Sequence in of uit.
Wordt alleen weergegeven als MS FX is ingesteld op On. Deze instelling is mogelijk, afhankelijk van
het curvetype, niet beschikbaar.
Instellingen: Off, On
Store Sequence
Hiermee wordt de bewerkte Motion Sequence opgeslagen.
Load Sequence
Hiermee wordt de Motion Sequence geladen.
Copy Sequence
Hiermee wordt de Motion Sequence gekopieerd.
Control
Control Assign
In het scherm Control Assign kunt u de regelaars voor alle partijen instellen.
Door de parameter (Destination) aan een regelaar (Source) toe te wijzen, kunt u het geluid regelen
op veel verschillende manieren. U kunt fysieke regelaars gebruiken, zoals het Pitchbendwiel en de
knoppen, maar ook de Motion Sequencer en Envelope Follower.
Er kunnen maximaal 32 regelaars tegelijk aan een partij worden toegewezen.
Gebruik
[PERFORMANCE] → Common selectie → [EDIT/
] → Control → Control Assign
218