Download Print deze pagina

Yamaha montage m6 Bedieningshandleiding pagina 257

Verberg thumbnails Zie ook voor montage m6:

Advertenties

Deze parameterwaarde compenseert de amplitude van de lanes binnen de partij als de MS FX op On
is ingesteld voor de lane.
Instellingen: −127−+127
Part Shape (Part Motion Sequencer Pulse Shape)
Stelt de pulsvorm van de motionsequencer voor de partij in.
Dit wordt opgegeven als een offsetwaarde voor de parameter van de stapcurve voor de amplitude
van de motionsequencer voor elke lane.
Deze parameterwaarde verschuift de parameters voor de lanes binnen de partij als de MS FX op On
is ingesteld voor de lane en Control op On is ingesteld.
Instellingen: −100−+100
Part Motion Seq Smooth (Part Motion Sequencer Smoothness)
Stelt de geleidelijkheid van de motionsequencer voor de partij in.
Dit wordt opgegeven als een offsetwaarde voor de geleidelijkheid van de motionsequencer voor elke
lane.
Deze parameterwaarde compenseert de geleidelijkheid van de lanes binnen de partij als MS FX op
On is ingesteld voor de lane.
Instellingen: −127−+127
Part Motion Seq Random (Part Motion Sequencer Randomness)
Stelt de willekeurigheid van de motionsequencer voor de partij in.
Stelt in dat de veranderingen in de stapwaarde van de sequence willekeurig moeten zijn.
Instellingen: 0−127
Motion Seq View Lane
Stelt de lane van de motionsequencer zo in dat deze wordt weergegeven wanneer de View Mode
van het Home-scherm is ingesteld op Motion Seq.
MS Select (Motion Sequence Select)
Selecteert de motionsequence die u wilt afspelen.
Instellingen: 1−8
Lane
In het scherm Lane kunt u de parameters instellen voor elke lane van de motionsequencer.
Gebruik
[PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/
] → Motion Seq → Lane
257

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Montage m7Montage m8x