Inhoudsopgave
Advertenties
Afb. 26: Aandrijving draaien (1)
Ventielhuis spannen in een bevestigingsinrichting (alleen voor nog niet ingebouwde ventielen).
LET OP!
Beschadiging van de dichting van de zitting of contour van de zitting.
▶ Het ventiel moet zich bij het draaien van de aandrijving in geopende stand bevinden.
Bij stuurfunctie A en I
Stuurluchtaansluiting 1 perslucht onder druk zetten: Ventiel gaat open.
Voor apparaat met aansturing en voorstuurventiel: Apparaat handmatig met voorstuurventiel schakelen
(zie bedieningshandleiding van de aansturing).
Op de sleutelvlakken van de huisverbinding met passende steeksleutel tegenhouden.
Passende steeksleutel op de zeskant van de aandrijving zetten.
GEVAAR!
Gevaar voor letsel door hoge druk en ontsnappende media.
Bij verkeerde draairichting kan de huisverbinding loskomen.
▶ Aandrijving alleen in voorgeschreven draairichting draaien.
Door naar links te draaien (van onderen gezien) de aandrijving in de gewenste positie zetten.
Afb. 27: Aandrijving draaien (2)
7.6.2
Aandrijving draaien, apparaat zonder zeskant
De positie van de aansluitingen kan door verdraaien van de aandrijving 360° traploos worden uitgelijnd.
9
32
Indien variant beschikbaar
Aandrijving
Sleutelcontour
Huisverbinding
Ventielhuis
9
:
Type 2100
Installatie
Advertenties
Inhoudsopgave
