PROBLEEM
Het statuslampje (rood lampje)
brandt niet.
A-zijde rijk; geen B-zijde
B-zijde rijk; geen A-zijde.
Geen temperatuuraanduiding
(alleen bij verwarmde systemen).
De verkeerde temperatuur
aangegeven.
De temperatuurdisplays
komen niet overeen op
omgevingstemperatuur.
311302ZAE
OORZAAK
De voedingsschakelaar voor de
motor is uitgeschakeld.
Losse kabel voor het lampje.
Defecte besturingskaart.
Meter A-zijde geeft een lage
waarde.
Meter B-zijde geeft een lage
waarde.
Meter A-zijde geeft een lage
waarde.
Meter B-zijde geeft een lage
waarde.
Losse displaykabels op de
besturingskaart.
Defecte besturingskaart (de
displays worden gevoed vanuit
de besturingskaart).
Onvoldoende voeding naar de
besturingskaart.
Losse voedingskabel.
De stroomonderbreker van de
motorschakelaar is geactiveerd
°F/°C-instelling staat verkeerd.
De displays moeten worden
gekalibreerd.
Problemen opsporen en verhelpen
OPLOSSING
Schakel de motorvoeding uit en weer in
om de stroomonderbreker te resetten.
Controleer of de kabel is aangesloten bij
de J10-pennen 1 (rood) en 2 (zwart) op de
besturingskaart. Zie Besturingskaart,
pagina 40.
Vervang de kaart. Zie Besturingskaart,
pagina 40.
Blokkering achter de meter voor de
B-zijde. Controleer het filter van het
terugslagventiel van het pistool, de
mengmodule of de begrenzer voor het
mengverdeelstuk.
Vloeistoftoevoerprobleem aan de B-zijde.
Controleer het inlaatfilter en het
inlaatventiel van de pomp aan de B-zijde.
Vloeistoftoevoerprobleem aan de A-zijde.
Controleer het inlaatfilter en het
inlaatventiel van de pomp aan de A-zijde.
Blokkering achter de meter voor de
A-zijde. Controleer het filter van het
terugslagventiel van het pistool, de
mengmodule of de begrenzer voor het
mengverdeelstuk.
Controleer de kabelaansluitingen voor elk
display, zie Besturingskaart, pagina 40.
Verwijder het toegangspaneel. Controleer
of het lampje voor de kaart brandt.
Wanneer dat niet het geval is, vervang de
kaart, zie Besturingskaart, pagina 40.
Controleer of de voeding aan de vereisten
voldoet.
Controleer de kabelaansluitingen,
zie Besturingskaart, pagina 40.
Het display wordt gevoed vanaf de
stroomonderbreker van de
motorschakelaar. Schakel de
motorvoeding uit en weer in om de
stroomonderbreker te resetten.
Stel de schakelaar in, zie De
temperatuureenheden op het display
wijzigen (°F/°C), pagina 38.
Draai de kalibratieschroef op de
achterzijde van de displays naar de juiste
waarde, zie De temperatuurdisplays
kalibreren, pagina 38.
33