Pagina 1
Bediening 313140T Elektrisch, Verwarmd, Meercomponentendoseerapparaat Voor het spuiten van polyurethaanschuim en polyureumcoatings. Uitsluitend voor professioneel gebruik. Niet goedgekeurd voor gebruik op Europese locaties met een explosieve atmosfeer. Model E-XP1 getoond Belangrijke veiligheidsinstructies Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Bewaar deze instructies. Zie blz.
Bestel onderdeel 15M334 voor een cd met de Reactor handleidingen vertaald in verschillende talen. Rapporteerkit voor de reactorgegevens Onderdeel Beschrijving De handleidingen zijn ook beschikbaar op www.graco.com. 309867 Instructies-Onderdelenhandleiding (Engels) Reactor Elektrisch doseerapparaat Spuitpistool Onderdeel...
Waarschuwingen Waarschuwingen Onderstaande waarschuwingen betreffen installatie, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het uitroepteken verwijst naar een algemene waarschuwing en het gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico’s. Lees deze waarschuwingen. Daarnaast zijn er procedurespecifieke waarschuwingen te vinden in de handleiding, waar van toepassing. WAARSCHUWING GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN Deze apparatuur moet worden geaard.
Waarschuwingen WAARSCHUWING GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID Vloeistof dat onder hoge druk uit pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen komt, dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond, maar er is sprake van ernstig letsel dat kan leiden tot amputatie.
Waarschuwingen WAARSCHUWING GEVAREN BIJ VERKEERD GEBRUIK VAN DE APPARATUUR Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijke ongevallen of ernstig letsel. • Dit apparaat is uitsluitend voor professioneel gebruik. • De werkplaats niet verlaten als de apparatuur in werking is of onder druk staat. Alle apparatuur uitzetten en de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding volgen wanneer de apparatuur niet in gebruik is.
Belangrijke informatie over isocyanaat (ISO) Belangrijke informatie over isocyanaat (ISO) Stoffen met een isocyanaat-groep (ISO) worden toegepast als katalysator in tweecomponentenmaterialen. Omstandigheden door isocyanaat Bij het spuiten of afgeven van materiaal dat isocyanaat bevat, kunnen schadelijke nevels, dampen of zwevende deeltjes ontstaan.
Belangrijke informatie over isocyanaat (ISO) Voor alle toepassingen behalve het spuiten van schuim Zelfontbranding van materialen Bij het spuiten of afgeven van materiaal dat isocyanaat Sommige materialen kunnen zelfontbrandend worden bevat, kunnen schadelijke nevels, dampen of als ze te dik wordt opgebracht. Lees de waarschuwing zwevende deeltjes ontstaan.
Belangrijke informatie over isocyanaat (ISO) Vochtgevoeligheid van Schuimharsen met 245fa als isocyanaten blaasmiddel Door blootstelling aan vocht (uit de lucht of andere Sommige blaasmiddelen gaan bij temperaturen boven bronnen) zal isocyanaat ten dele uitharden, waarbij 32 °C (90 °F) schuimen als ze niet onder druk staan, kleine, harde, schurende kristallen ontstaan die een in het bijzonder als ze geroerd worden.
Typische installatie, met circulatie Typische installatie, met circulatie Legenda voor F Reactor doseerapparaat Luchttoevoerleidingen voedingspomp Verwarmde slang Vloeistoftoevoerleidingen Vloeistoftemperatuursensor (VTS) Voedingspompen Verwarmde hulpslang Roerder Fusie spuitpistool Absorptiedroger Luchttoevoerslang van pistool Vloeistofverdeler pistool (deel van pistool) Circulatieleidingen TI10976a * Blootgesteld getoond ter verduidelijking. Wikkel in tape tijdens de werking. .
Typische installatie, zonder circulatie Typische installatie, zonder circulatie Legenda voor F Reactor doseerapparaat Afvalcontainers Verwarmde slang Vloeistoftoevoerleidingen Vloeistoftemperatuursensor (VTS) Voedingspompen Verwarmde hulpslang Roerder Fusie spuitpistool Absorptiedroger Luchttoevoerslang van pistool Afvoerleidingen Luchttoevoerleidingen voedingspomp Vloeistofverdeler pistool (deel van pistool) Luchtfilter/scheider TI10975a * Blootgesteld getoond ter verduidelijking. Wikkel in tape tijdens de werking. .
Onderdelen Onderdelen Legenda voor F DG Behuizing aandrijving BA Drukontlastingsuitlaat component A BB Drukontlastingsuitlaat component B EC Elektrisch snoer spanningsontlaster FA Inlaat vloeistofverdeler component A (achter verdeelblok) EM Elektromotor FB Inlaat vloeistofverdeler component B FH Vloeistofverwarmingsapparaten (achter afscherming) GA Manometer component A FM Reactor Vloeistofverdeler GB Manometer component B FV Vloeistofinlaatklep (B-zijde getoond)
Temperatuurregeling en indicatoren Temperatuurregeling en indicatoren KENNISGEVING Om schade aan de tiptoetsen te voorkomen, kunt u beter niet met scherpe voorwerpen zoals pennen, kunststof kaarten of vingernagels op de toetsen drukken. Stroomindicatoren van verwarmingsapparaat Displays van verwarmingsapparaat Pijltjestoetsen voor zone A Verwarmingsapparaat A Aan/Uit-knop Pijltjestoetsen voor zone B...
Temperatuurregeling en indicatoren Knop voor huidige Temperatuurdisplays temperatuur/LED Tonen de huidige temperatuur of de doeltemperatuur van de verwarmingszones, afhankelijk van de geselecteerde modus. Staat standaard op huidige Druk op om de huidige temperatuur weer te geven. temperatuur bij het opstarten. Bereik is 0-88°C (32-190°F) voor A en B, 0-82°C (32-180°F) voor slang.
Motorbesturing en indicatoren Motorbesturing en indicatoren KENNISGEVING Om schade aan de tiptoetsen te voorkomen, kunt u beter niet met scherpe voorwerpen zoals pennen, kunststof kaarten of vingernagels op de toetsen drukken. Druk/slag-display Pijltjestoetsen Motor AAN/UIT-knop ON / OFF PARKEER-knop PARK Drukknop PSI/BAR-knoppen Slagtellerknop...
Spuitaanpassingen Spuitaanpassingen Pijltjestoetsen voor de druk Stroomsnelheid, atomisering en hoeveelheid Druk op om de vloeistofdruk aan te overspuiten worden beïnvloed door vier variabelen. passen wanneer de motor AAN staat. Richtwaarde wordt gedurende 10 seconden getoond. • Instellingen van vloeistofdruk. Te weinig druk resulteert in een ongelijk patroon, grove Wanneer de motor UIT staat, gaat u naar de jog-modus druppelgrootte, lage stroom en slechte menging.
Instellen Instellen Bevestig de steun en montagevoet (MF) KENNISGEVING rechtstreeks op de truck of trailer. Zie blz. 41. Juiste procedures voor het instellen, opstarten en uitschakelen van het systeem zijn kritisch voor de betrouwbaarheid van de elektrische uitrusting. De volgende procedures verzekeren een stabiele spanning.
Instellen • Gebruik een luchtcompressor met ontladers met Tabel 1: Elektrische vereisten kop van constante snelheid. Direct gekoppelde (kW/Volle belasting amp) luchtcompressoren die starten en stoppen tijdens een taak zullen spanningsschommelingen E-REEKS veroorzaken die de elektrische uitrusting Bereik kunnen beschadigen. nominale Volle •...
Instellen 4. Elektrisch snoer aansluiten a. 200-240 VAC, 1-fasig: Sluit met behulp van een 5/32 of 4 mm inbussleutel twee Stroomkabel is niet meegeleverd. Zie Tabel 2. stroomkabels aan op L1 en L2. Verbind de groene kabel met de aarding (GND). Tabel 2: Stroomkabelvereisten Onderdeel Model Snoerspecificatie mm...
Instellen 5. Sluit de voedingspompen aan a. Aanbevolen: Verbind de hogedrukslang (R) met de ontlastingsfittings (BA, BB) van beide a. Installeer de voedingspompen (K) in de DRUKONTLASTING/SPUIT-kleppen en leid de toevoervaten van component A en B. leidingen terug naar de vaten van component A Zie F .
Instellen Smeer de aansluitingen met Fusion®-vet en sluit Sluit de elektrische voedingsdraden aan op de de materiaalslangen aan op het mate- connectors (V) van het doseerapparaat. Omwikkel riaalverdeelstuk (M) van het doseerapparaat: rood de verbindingen met isolatietape. voor de harder (ISO, isocyanaat), blauw voor de hars (RES).
Instellen 12. Het systeem aarden a. Component A (ISO)-pomp: Laat het reservoir (R) gevuld met Graco-halsdichtingsvloeistof (TSL - Throat Seal Liquid), onderdeelnummer 206995. De zuiger van de natte cup verspreidt TSL door de natte cup, om de isocyanaatfilm op de verdringerstang weg te halen.
Opstarten Opstarten a. Controleer dat alle stappen van Instellen KENNISGEVING voltooid zijn. Juiste procedures voor het instellen, opstarten en uitschakelen van het systeem zijn kritisch voor de b. Controleer dat de inlaatschermen proper zijn betrouwbaarheid van de elektrische uitrusting. voor het dagelijks opstarten, blz. 38. De volgende procedures verzekeren een stabiele spanning.
Opstarten 8. Temperaturen instellen Meng de componenten A en B niet tijdens het opstarten. Voorzie altijd twee geaarde afvalcontainers om de vloeistoffen van component A en component B gescheiden te houden. h. Gebruik de voedingspompen om het systeem te laden. Houd de vloeistofverdeler van het pistool over twee geaarde afvalcontainers.
Pagina 28
Opstarten d. Om de doeltemperatuur van de h. Houd ingedrukt om de elektrische verwarmingszone in te stellen, drukt u op stromen voor elke zone weer te geven. tot de display de gewenste Houd ingedrukt om de temperatuur van temperatuur weergeeft. Herhaal voor zones de printplaat van de besturing van het verwarmingsapparaat weer te geven.
Opstarten 9. Druk instellen 10. De instellingen van het drukverschil wijzigen (optioneel) De drukverschilfunctie (statuscode 24) detecteert omstandigheden die het spuiten buiten de juiste verhouding kunnen veroorzaken, zoals een verlies ON / OFF van de voedingsdruk/toevoer, defecte pompafdichting, verstopt vloeistofinlaatfilter of vloeistoflek. PARK De code 24 (drukverschil) wordt standaard ingesteld op een alarmsignaal.
Spuiten Spuiten 3. Sluit de vloeistofverdeler van het pistool aan. Sluit de luchtleiding van het pistool aan. Draai de klep van de luchtleiding open. 1. Zet de veiligheidsvergrendeling van de pistoolzuiger aan. ti2543a ti2409a 4. Zet de DRUKONTLASTING/SPUIT-kleppen 2. Sluit de vloeistofverdeelkleppen A en B van het pistool.
Pagina 31
Spuiten 8. Controleer de vloeistofdrukmeters (GA, GB) om te 9. Open de vloeistofverdeelkleppen A en B van zorgen dat de drukbalans juist is. Indien er geen het pistool. balans is, verlaag dan de druk van de hogere component door de DRUKONTLASTING/ SPUIT-klep voor die component lichtjes naar DRUKONTLASTING/CIRCULATIE te draaien,...
Uitschakelen Uitschakelen 4. Ontlast de druk, zie blz. 33. KENNISGEVING Juiste procedures voor het instellen, opstarten en 5. Zet de luchtcompressor en luchtdroger, indien uitschakelen van het systeem zijn kritisch voor de inbegrepen, uit. betrouwbaarheid van de elektrische uitrusting. De volgende procedures verzekeren een stabiele 6.
Drukontlastingsprocedure Drukontlastingsprocedure 5. Zet de veiligheidsvergrendeling van de pistoolzuiger aan. 1. Ontlast de druk in het pistool en voer de procedure voor het uitschakelen van het pistool uit. Zie de handleiding van het pistool. ti2409a 2. Sluit de vloeistofverdeelkleppen A en B van het pistool.
Vloeistofcirculatie Vloeistofcirculatie Circulatie door de Reactor 4. Zet de hoofdschakelaar AAN 5. Stel de streefwaarden van de temperaturen in, zie blz. 27. Zet de verwarmingszones Laat geen vloeistof die een blaasmiddel bevat circuleren zonder eerst uw materiaalleverancier te raadplegen over de grenswaarden van aan door op te drukken.
Vloeistofcirculatie Circulatie door de pistoolverdeler 2. Stuur de circulatieleidingen terug naar het respectieve toevoervat van component A of B. Gebruik slangen die gespecificeerd zijn bij de maximale werkdruk van deze apparatuur. Zie Typische installatie, zonder circulatie, blz. 14. 3. Volg de procedures van Opstarten, blz. 26. Laat geen vloeistof die een blaasmiddel bevat circuleren zonder eerst uw materiaalleverancier te raadplegen over de grenswaarden van...
Jog-modus Jog-modus Jog-modus heeft twee doelen: 4. Druk op motor om de motor te starten. • Het kan de verwarming van de vloeistof tijdens de circulatie versnellen. 5. Druk op om de jog-snelheid • Het kan de reparatie/vervanging van de pomp vergemakkelijken.
Diagnostische codes Diagnostische codes Diagnostische codes in verband met de temperatuurregeling De diagnostische codes in verband met de Code Codenaam Alarmzone temperatuurregeling verschijnen op de temperatuurdisplay. Hoge vloeistoftemperatuur Individueel Hoge stroomwaarde Individueel Deze alarmsignalen schakelen de verwarming uit. E99 wordt automatisch gewist wanneer de communicatie Geen stroom Individueel hersteld wordt.
Onderhoud Onderhoud Vloeistofinlaatfilter • Controleer het TSL-niveau van natte cup dagelijks. • De pakkingmoer/natte cup niet te strak aandraaien. De hals van de u-vorm kan niet worden bijgesteld. • Controleer de vloeistofinlaatfilters dagelijks, De inlaatfilters filteren partikels eruit die de zie hieronder.
Onderhoud Pompsmering Controleer het ISO-pompsmeermiddel dagelijks. Vervang het smeermiddel als het een gel wordt, als de kleur donker wordt of als het verdund wordt met isocyanaat. Gelvorming is te wijten aan vochtabsorptie door het pompsmeermiddel. De tijdspanne tussen de vervanging van het smeermiddel is afhankelijk van de omgeving waarin de apparatuur werkt.
Spoelen Spoelen • Om toevoerslangen, pompen en verwarmingsapparaten gescheiden van verwarmde slangen te spoelen, zet u de DRUKONTLASTING/ SPUIT-kleppen (SA, SB) op DRUKONTLASTING/ CIRCULATIE . Spoel de afvoerleidingen (N). Spoel de apparatuur alleen in een goed geventileerde ruimte. Geen brandbare vloeistoffen spuiten. De verwarmingsapparaten niet aanzetten terwijl u met brandbare oplosmiddelen spoelt.
Technische gegevens Technische gegevens Categorie Gegevens Maximale vloeistofwerkdruk Modellen E-20 en E-30: 14 MPa (140 bar, 2000 psi) Model E-XP1: 17,2 MPa (172 bar, 2500 psi) Model E-XP2: 24,1 MPa (241 bar, 3500 psi) Maximale vloeistoftemperatuur 88°C (190°F) Maximale uitvoer Model E-20: 9 kg/min (20 lb/min) Model E-30: 13,5 kg/min (30 lb/min) Model E-XP1: 3,8 liter/min (1 gpm)
Pagina 43
Technische gegevens Categorie Gegevens Bevochtigde delen Aluminium, roestvast staal, verzinkt koolstofstaal, messing, carbide, chroom, chemisch resistente o-ringen, PTFE, polyethyleen met een ultrahoog moleculair gewicht Alle andere merknamen of merken worden gebruikt ter identificatie en zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren. 313140T...
BEPAALDE TOEPASSING. De enige verplichting van Graco en het enige verhaal van de klant bij schending van de garantie is zoals hierboven bepaald is. De koper gaat ermee akkoord dat geen andere verhaalsmogelijkheid (waaronder, maar niet beperkt tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of vervolgverliezen...