Bediening
Tabel 4: Richtlijnen voor de verwarmingstijd bij het starten van koude machine met 19 liter (5 gallon)
Doeltemperatuur spuitvloeistof
52 °C (125 °F)
65 °C (150 °F)
OPMERKING: Gebruik snelle circulatie totdat de temperatuur binnen 11 °C (20 °F) van de
beoogde temperatuur ligt en gebruik dan langzame circulatie om de eindtemperatuur te bereiken.
Verschillende vloeistoffen absorberen warmte met verschillende snelheden. Wanneer u een
warme machine bijvult, zijn de opwarmtijden korter.
Richtlijnen voor het verwarmen
OPMERKING: De vloeistoffen moeten vanuit de
pompen door de verwarmingsapparaten, slangen en
terug naar de reservoirs worden gecirculeerd zodat er
verwarmde vloeistof naar het pistool gaat.
Langzaam recirculeren
•
Langzaam recirculeren resulteert in een hogere
temperatuuroverdracht in het verwarmings-
apparaat, waardoor de slangen en het pistool
sneller opwarmen.
•
Goed voor bijwerkklussen of voor spuiten op lage
stroomsnelheid, tot een middelhoge temperatuur.
•
Wordt niet gebruikt om volle reservoirs op
temperatuur te brengen via circulatie.
•
Te gebruiken met 245 fa blaasschuim om de
warmte die naar het reservoir teruggaat tot een
minimum te beperken en minder schuimvorming
te krijgen.
Snel recirculeren
•
Snel recirculeren houdt de verwarmingsapparaten
continu aan, om zo de vloeistofreservoirs op
temperatuur te brengen. Hoe hoger de
gebruikssnelheid, des te meer warmte nodig is in
de reservoirs voor u kunt gaan spuiten.
-
Bij normale gebruikssnelheden: Laat de
reservoirs met behulp van Snel recirculeren
op ongeveer 28 °C (50 °F) onder de gewenste
spuittemperatuur komen en laat de slang en
het pistool dan met behulp van Langzaam
recirculeren op de gewenste temperatuur
komen.
-
Voor hogere stroomsnelheden of
doorlopend spuiten: Laat met behulp van
Snel recirculeren de reservoirs op ongeveer
22
aan elke zijde (zie onderstaande opmerkingen)
Slang, 10,7 m (35 ft)
(1 bundel)
20 minuten
40 minuten
11 °C (20 °F) onder de gewenste spuittempe-
ratuur komen en laat de slang en het pistool
dan met behulp van Langzaam recirculeren
op de gewenste temperatuur komen.
-
Volume in reservoirs: Gebruik alleen wat
u nodig hebt. Bijvoorbeeld: 10 liter (2,5 gal.)
in elke tank verwarmt bijna tweemaal zo snel
als 20 liter (5 gal.).
•
Mengt de vloeistof in de reservoirs om te
voorkomen dat alleen de vloeistof boven in het
reservoir warm wordt.
•
Wordt gebruikt om te spoelen.
Tips voor warmtebeheersing
•
Verwarmingsapparaten werken beter met lagere
stroomsnelheden of kleinere mengmodules.
•
Als u de trekker van het pistool gedurende korte
perioden bedient, zorgt u voor een efficiëntere
warmteoverdracht waarbij de vloeistof op de
gewenste temperatuur blijft. Als u de trekker
gedurende een lange periode bedient, is de
opwarmtijd onvoldoende en stroomt er koude
vloeistof in de slang.
•
Als de weergegeven temperaturen onder
aanvaardbare grenzen zakken, draai dan de
functieknop op Langzaam recirculeren
en circuleer opnieuw om de temperatuur weer
te laten stijgen.
•
Voor elke slangenbundel van 10,7 m (35 ft)
is ongeveer 5 minuten extra opwarmtijd nodig
bij de meeste materialen. Voor materialen
op waterbasis is meer opwarmtijd nodig.
De maximum aanbevolen slanglengte is 32 m
(105 ft).
Slang, 21 m (70 ft)
(2 bundels)
25 minuten
50 minuten
311302ZAE