Onderhoud
Onderhoud
•
Controleer het peil in de oliereservoirs elke dag,
De oliereservoirs vullen, pagina 19.
•
Draai de pakkingmoer/het oliereservoir niet
te strak aan. De hals van het oliereservoir kan
niet worden bijgesteld.
•
Stel component A niet bloot aan vocht in de
atmosfeer om kristallisatie te voorkomen.
•
Veeg de O-ring en de binnenrand van het deksel
van het toevoerreservoir dagelijks schoon om
ISO-kristallisatie te voorkomen. Houd een
laagje vet op de O-ring en de binnenrand van
het deksel.
•
Controleer het dehydratiefilter wekelijks. Het filter
is blauw als het vers is en kleurt roze als het
verzadigd is.
•
Verwijder de plug (XP) en reinig het
vloeistofinlaatfilter (51a), waar nodig. Reinig na
het spoelen altijd de filters bij de vloeistofinlaat.
51a
XP
26
•
Algemeen gesproken moet u spoelen als
het systeem meer dan drie dagen wordt
uitgeschakeld. Spoel vaker als de vloeistof
vochtgevoelig is en de luchtvochtigheid in de
opslagruimte hoog is, of als de vloeistof na
verloop van tijd uiteen kan vallen of neerslaan.
•
Bij gebruik van een stootmengpistool: sluit de
vloeistofventielen A en B wanneer er niet wordt
gespoten. Dit houdt de interne onderdelen van
het pistool schoner en voorkomt dat materialen
bij elkaar komen. Reinig de poorten van
de mengkamer van het pistool en controleer
de ventielfilters regelmatig. Zie de handleiding
van uw pistool.
•
Bij gebruik van een Fusion stootmengpistool
met luchtspoeling: smeer het pistool altijd
na gebruik totdat de spoellucht vetnevel uit
de voorkant van het pistool spuit
handleiding van uw pistool.
.
Zie de
311302ZAE