Installatie
De leidingen ontluchten en de
vloeistofleidingen spoelen
1. Verwijder beide recirculatieleidingen (P) van de
reservoirs en zet ze allebei vast in een speciaal
daarvoor gebruikte afvalbak.
2. Draai de functieknop naar Parkeren
3. Steek de voedingskabel(s) in. Zie T
pagina 17.
4. Open beide kleppen van de vloeistofinlaat (W)
van de pomp.
20
5. Schakel de stroom naar de motor in.
6. Zet de spuitventielen op Recirculeren.
P
7. Draai de functieknop naar Langzaam recirculeren
TI7022a
Snel recirculeren
8. Als er schone vloeistof uit beide recirculatie-
2,
ABEL
9. Plaats de recirculatieleidingen (P) terug in
W
10. Ontlucht de slangen bij niet-verwarmde
OPMERKING: Ga bij verwarmde eenheden verder
met Verwarmde eenheden opstarten, pagina 21.
Ga voor niet-verwarmde eenheden verder met
Spuiten/doseren, pagina 24.
of Snel recirculeren
leidingen (P) komt, zet de functieknop dan
op Parkeren
.
de toevoerreservoirs.
eenheden door het pistool zonder dat er een
statische mixer is geïnstalleerd.
.
Langzaam recirculeren
311302ZAE