4.6. Transportbeveiliging
De transportbeveiliging bevindt zich in de zuigopening van
de pomp en bestaat uit een draadstang met een U-staal.
Deze moet de pomp bij transport beschermen tegen scha-
de. Voor de inbouw moet de transportbeveiliging worden
verwijderd. Daarnaast moet deze bij latere opslag of een
transport weer worden aangebracht.
Demontage:
1.
Pomp in een stabiele horizontale positie brengen (zie
vorige hoofdstuk).
2.
Zeskantmoer losdraaien van de draadstang
3.
U-staal verwijderen
4.
Draadstang eruit schroeven
5.
De in de leveringsomvang inbegrepen cilinderschroef
op de plaats van de draadstang in de boring schroe-
ven en vastdraaien.
6.
De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats.
Na de demontage van de transportbeveiliging moet
de pomp onmiddellijk verticaal worden geplaatst.
All manuals and user guides at all-guides.com
5. Opstelling en inbedrijfstelling
5.1. Algemeen
Om schade aan de pomp tijdens opstelling en bedrijf te
vermijden, moet met de volgende punten rekening wor-
den gehouden:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De opstelwerkzaamheden moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd personeel dat zich aan de
veiligheidsvoorschriften houdt.
Vóór opstelling moet de pomp op eventuele schade
worden gecontroleerd.
Bij niveauregelingen moet op de minimale afdekking
door water worden gelet.
Het is van belang dat luchtbellen in het pomphuis en
in persleidingen worden vermeden (d.m.v. geschikte
ontluchtingsvoorzieningen of licht schuinzetten van
de pomp).
Bescherm de pomp tegen vorst.
De bedrijfsruimte moet berekend zijn op de betref-
fende machine. Daartoe behoort ook dat een hijs-
werktuig voor de montage/demontage kan worden
gemonteerd, waarmee de opstelplaats van de pomp
zonder risico's bereikbaar is.
Het hijswerktuig moet een maximale draagkracht
hebben die hoger is dan het gewicht van de pomp
met aanbouwdelen en kabels.
De stroomkabels van de pomp moeten dusdanig zijn
aangelegd dat een veilig bedrijf en eenvoudige mon-
tage/demontage mogelijk is.
De stroomkabels moeten in de bedrijfsruimte vak-
kundig worden bevestigd om te voorkomen dat ka-
bels los naar beneden hangen. Naargelang kabelleng-
te en -gewicht moet er om de 2-3 m een kabelhouder
worden aangebracht.
De fundering/constructie moet voldoende sterkte
hebben voor een veilige en effectieve bevestiging
van de pomp. Hiervoor is de gebruiker verantwoor-
delijk.
Drooglopen is ten strengste verboden. Daarvoor advi-
seren wij een niveauregeling.
Gebruik stootplaten voor de toevoer. Zo voorkomt u
dat er lucht in de vloeistof komt, wat leidt tot ongun-
stige bedrijfsvoorwaarden en verhoogde slijtage.
nEDlErlanDS | 69