HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4.4
RIJDEN
Raadpleeg Figuur 4-3., Recht op helling en dwars op helling
OPMERKING: Zie de tabel met bedrijfsspecificaties voor de nominale
waarden voor hellingshoek en dwars op helling.
Alle nominale waarden voor hellingshoek en dwars op
helling zijn erop gebaseerd dat de giek van de machine in
de opbergstand staat en volledig neergelaten en inge-
schoven is.
Rijden wordt beperkt door twee factoren:
1.
Hellingshoek, het hellingspercentage dat de machine kan
klimmen.
2.
Dwarshelling, de hoek van de helling waarlangs de machine
kan rijden.
4-6
WAARSCHUWING
RIJD NIET MET DE GIEK UIT DE TRANSPORTSTAND MET UITZONDERING VAN EEN
VLAKKE, STEVIGE ONDERGROND DIE BINNEN DE MAXIMALE GRENZEN VAN EEN HEL-
LENDE HOEK VALT.
OM DE MACHT OVER DE MACHINE NIET TE VERLIEZEN EN TE VOORKOMEN DAT DEZE
OMKANTELT, MAG DE MACHINE NIET OP HELLINGEN RIJDEN DIE STEILER ZIJN DAN IN HET
HOOFDSTUK MET BEDIENINGSSPECIFICATIES IN DEZE HANDLEIDING IS AANGEGEVEN.
RIJD NIET DWARS OP HELLINGEN DIE STEILER DAN 5 GRADEN ZIJN.
WEES UITERST VOORZICHTIG WANNEER U ACHTERUIT RIJDT EN STEEDS WANNEER
HET PLATFORM IS GEHEVEN.
CONTROLEER DE ZWART/WITTE RICHTINGSPIJLEN OP HET CHASSIS EN HET PLAT-
FORMBEDIENINGSSTATION VOORDAT U GAAT RIJDEN. VERPLAATS DE RIJREGELAARS
IN DE RICHTING DIE OVEREENKOMT MET DE RICHTINGSPIJLEN VOOR DE GEWENSTE
RIJRICHTING.
ACHTERUIT
VOORUIT
31217077