Inspectie van de machine
• Bedien deze machine niet voordat de inspecties en functie-
controles zijn uitgevoerd zoals aangegeven in Hoofdstuk 2
van deze handleiding.
• Bedien deze machine niet voordat service en onderhoud zijn
uitgevoerd in overeenstemming met de vereisten voor onder-
houd en inspectie zoals aangegeven in de service- en onder-
houdshandleiding van de machine.
• Verzeker u ervan dat alle veiligheidsinrichtingen naar behoren
werken. Wijziging van deze inrichtingen is een overtreding
van de veiligheidsregels.
WAARSCHUWING
WIJZIGINGEN AAN EEN MEWP MOGEN UITSLUITEND MET VOORAFGAANDE SCHRIFTE-
LIJKE TOESTEMMING VAN DE FABRIKANT WORDEN UITGEVOERD.
• Bedien geen enkele machine wanneer de veiligheids- of
instructieplaatjes of stickers ontbreken of onleesbaar zijn.
• Controleer de machine op wijzigingen van de oorspronkelijke
onderdelen. Verzeker u ervan dat eventuele wijzigingen door
JLG zijn goedgekeurd.
• Vermijd ophoping van vuil op de vloer van het platform. Houd
schoenen en de vloer van het platform vrij van modder, olie,
vet en ander glibberig materiaal.
31217077
HOOFDSTUK 1 – VEILIGHEIDSMAATREGELEN
1.3
BEDIENING
Algemeen
• De bediening van de machine vereist uw volledige aandacht.
Breng de machine volledig tot stilstand voordat u apparatuur
gebruikt, bijvoorbeeld een mobiele telefoon of een radiover-
binding, die uw aandacht van veilige bediening van de
machine zal afleiden.
• Gebruik de machine nooit ergens anders voor dan om perso-
nen, gereedschap en uitrusting te vervoeren.
• De gebruiker moet de capaciteiten van de machine en de
bedieningskenmerken van alle functies kennen alvorens de
machine te bedienen.
• Bedien nooit een defecte machine. Als een storing optreedt,
moet de machine worden uitgeschakeld. Stel de machine bui-
ten bedrijf en waarschuw de autoriteiten.
• U mag geen veiligheidsinrichtingen verwijderen, wijzigen of
buiten bedrijf stellen.
• Druk een bedieningsschakelaar of -hendel nooit met kracht
door de neutrale stand naar de andere kant. Zet de schakelaar
altijd eerst in neutraal en stop; zet de schakelaar daarna in de
stand voor de volgende functie. Bedien de schakelaars en hen-
dels langzaam en met gelijkmatige druk.
1-3