9 Meting
9.3 De meting starten
Profielcorrectie
Als u in het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\ProfileCorr 2.0 de lijstnotering
With disturbance heeft geselecteerd, moet u controöeren of de meetopstelling geschikt is.
Als het aantal weglengtes oneven is en er meer dan een meetkanaal is geactiveerd, verschijnt de volgende tekst:
A: Alone at measp
>NEE<
ja
• Kies nee als er 2 sensorparen in X-mode of versprongen X-mode op het meetpunt zijn (meetopstelling is geschikt).
Profielcorrectie 2.0 in niet ideale invoeromstandigheden wordt gebruikt. Dwarsstromingseffecten worden gecompenseerd.
• Kies ja als er maar één sensorpaar op het meetpunt is (meetopstelling is niet geschikt). Profielcorrectie 2.0 in niet ideale
invoeromstandigheden kan niet gebruikt worden. Profielcorrectie 2.0 in ideale invoeromstandigheden wordt gebruikt.
Dwarsstromingseffecten worden niet gecompenseerd.
• Druk op ENTER.
Als u ja heeft gekozen, verschijnen de volgende meldingen:
Disturb correct.
not applicable!
I assume ideal
inlet conditions
De sensorafstand instellen
Meten\Kanaal\...\Sensor afstand
De aanbevolen sensorafstand verschijnt in beeld.
• Bevestig de sensoren aan de buis en stel de sensorafstand in.
• Druk op ENTER.
A
– meetkanaal
Reflec - reflex mode
Diagon - diagonale mode
De sensorafstand is de afstand tussen de binnenkant van de sensoren.
Voor zeer kleine buizen is bij een meting in de doorstralingsopstelling een negatieve sensorafstand mogelijk.
Opmerking!
De nauwkeurigheid van de aanbevolen sensorafstand hangt af van de nauwkeurigheid van de ingetoetste buis- en
mediumparameters.
Het diagnosevenster verschijnt in beeld.
98
FLUXUS G801
2020-06-26, UMFLUXUS_G801V1-0NL