FLUXUS G801
Tab. 16.2: Alarmeigenschappen
alarmeigenschap
func
(schakelvoorwaarde)
typ
(resetgedrag)
mode
(schakelfunctie)
Opmerking!
Als er niet gemeten wordt, zijn alle alarmen stroomloos, ongeacht de geprogrammeerde schakelfunctie.
16.11.2 De grenswaarden vastleggen
Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MAX of MIN kiest, moet de grenswaarde voor de uitgang worden
vastgelegd:
R1 Input\Massastroom
• Kies in de keuzelijst Input de meetgrootheid die voor de vergelijking moet worden gebruikt. Voor de alarmuitgang R1
zijn de volgende lijstnoteringen beschikbaar:
– gekozen meetgrootheid
– signaalamplitude
– geluidssnelheid van het medium
• Druk op ENTER.
Voor de alarmuitgangen R2 en R3 wordt automatisch de actuele meetgrootheid ingesteld.
Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MAX kiest:
R1 Input\Functie: MAX\Bovengrens
• Toets de bovenste grenswaarde in.
• Druk op ENTER.
Het alarm schakelt als de meetwaarde de grenswaarde overschrijdt.
UMFLUXUS_G801V1-0NL, 2020-06-26
instelling
MAX
MIN
+→- -→+
GRTHD.
FOUT
UIT
NIET-HOUDEN
HOUDEN
SLUITER
OPENER
16.11 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang
beschrijving
Het alarm schakelt als de meetwaarde de bovenste
grenswaarde overschrijdt.
Het alarm schakelt als de meetwaarde de onderste grenswaarde
onderschrijdt.
Het alarm schakelt als de stroomrichting verandert (verandering
van voorteken van de meetwaarde).
Het alarm schakelt als de totalisatie geactiveerd is en de totalizer
de grenswaarde bereikt.
Het alarm schakelt als een meting niet mogelijk is.
Het alarm is uitgeschakeld.
Als niet meer aan de schakelvoorwaarde wordt voldaan,
schakelt het alarm na ca. 1 s terug naar de rusttoestand.
Het alarm blijft geactiveerd, ook als niet meer aan de
schakelvoorwaarde wordt voldaan.
Het alarm is stroomgeleidend als aan de schakelvoorwaarde
wordt voldaan en is stroomloos in rusttoestand.
Het alarm is stroomloos als aan de schakelvoorwaarde wordt
voldaan en stroomgeleidend in rusttoestand.
16 Uitgebreide functies
141