6 Montage
6.2 Sensoren
Meting in beide richtingen
stroomrichting
• Het geluidsstraalniveau wordt afgesteld
op het dichtstbij gelegen bochtstuk
(al naar gelang het verloop van de
buizen – horizontaal of verticaal – zie
bovenaan).
6.2.2
De dempingsmatten monteren
Voordat u de sensorbevestiging monteert, moet u de dempingsmatten monteren.
• De ultrasone golven verspreiden zich niet alleen in het medium, maar ook in buiswand. Sensordempingsmatten worden
gemonteerd om het verspreiden van de ultrasone golven in de wand van de buis tegen te gaan.
• Ultrasone golven worden gereflecteerd op reflectiepunten (b.v. flenzen). Buisdempingsmatten worden gemonteerd om
de amplitudes van de gereflecteerde ultrasone golven te verminderen.
• Al naar gelang het sensortype is het nodig om meerdere lagen dempingsmatten te monteren.
6.2.2.1
Sensordempingsmatten
Sensordempingsmatten worden in lengterichting op de buis bevestigd.
De montage hangt af van de buisbuitendiameter:
• < 900 mm: De totale buisomtrek wordt bedekt met sensordempingsmatten.
• > 900 mm: De buisomtrek wordt slechts gedeeltelijk bedekt met sensordempingsmatten.
Op de sensordempingsmatten wordt de sensorbevestiging gemonteerd.
Afb. 6.3:
Gemonteerde sensordempingsmatten in reflectieopstelling
1 – sensorbevestiging
2 – sensordempingsmatten
32
Meting in reflectieopstelling
met 2 stralen op 2 niveaus
stroomrichting
• De 2 geluidsstraalniveaus worden
gekozen in een hoek van 45° t.o.v. het
bochtstukniveau. Het bochtstuk ligt vóór
het meetpunt.
• Bij horizontaal lopende buizen worden
de sensoren op de bovenste helft van de
buis gemonteerd.
1
2
FLUXUS G801
2020-06-26, UMFLUXUS_G801V1-0NL