Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS G801
6.2
Sensoren
6
Montage
Voorzichtig!
Waarschuwing voor ernstig letsel door hete of zeer koude onderdelen
Het aanraken van hete of zeer koude onderdelen kan leiden tot ernstig letsel (verbrandingen/bevriezingen).
→ Alle montage-, installatie- en aansluitingswerkzaamheden moeten voltooid zijn.
→ Tijdens de meting mogen geen verdere werkzaamheden aan het meetpunt worden verricht.
→ Let tijdens de montage op de omgevingsomstandigheden bij het meetpunt.
→ Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting.
→ Houdt u zich aan de geldende voorschriften.
6.2.1
Voorbereiding
6.2.1.1
Het meetpunt kiezen
De correcte keuze van het juiste meetpunt is doorslaggevend voor betrouwbare meetresultaten en een hoge
meetnauwkeurigheid.
Een meting aan een buis is mogelijk als:
• het ultrasoon geluid zich verspreidt met een amplitude die hoog genoeg is
• het stromingsprofiel zich volledig gevormd heeft
• de invloed van stoorgeluid gering genoeg is
De juiste keuze van het meetpunt en de correcte positionering van de sensoren garandeert dat het geluidssignaal
optimaal wordt ontvangen en correct geanalyseerd kan worden.
Vanwege het grote aantal mogelijke applicaties en het grote aantal factoren dat een meting kan beïnvloeden, kan er geen
standaardoplossing worden aangegeven voor het positioneren van de sensoren.
De meting wordt beïnvloed door de volgende factoren:
– doorsnede, materiaal, bekleding, wanddikte en vorm van de buis
– medium
• Neem geen meetpunten die zich in de buurt van gedeformeerde of beschadigde plaatsen op de buis of in de buurt van
lasnaden bevinden.
• Neem geen meetpunten waar aanslag op de binnenkant van de buis ontstaat.
• Zorg er voor dat het buisoppervlak op het meetpunt vlak is.
• Kies de standplaats van de transmitter binnen de reikwijdte van de sensorkabel.
• De omgevingstemperatuur op de standplaats moet binnen het bedrijfstemperatuurbereik van de transmitter en de
sensoren liggen, zie technische specificatie.
Als het meetpunt zich in een explosiegevaarlijke omgeving bevindt, moet de gevaarlijke zone en de optredende gassen
vastgesteld worden. De sensoren en de transmitter moeten voor deze omstandigheden geschikt zijn.
UMFLUXUS_G801V1-0NL, 2020-06-26
6 Montage
6.2 Sensoren
29
Advertenties
Inhoudsopgave
