9 Meting
9.4 De meetwaarden tonen
Tab. 9.4:
Richtwaarden voor de signaaloptimalisatie
sensorfrequentie
(3e teken van het technische type)
F
G
H
k
m
p
Q
s
Opmerking!
Als tijdens de meting de sensorafstand verandert wordt, moet de consistentiecontrole opnieuw opgestart worden.
Herhaal de stappen voor alle kanalen, waarop gemeten wordt.
9.4
De meetwaarden tonen
Tijdens de meting worden de meetwaarden als volgt aangegeven:
A:Volume(norm.)
31.82
m3/h
Als bij de gasmeting de normvolumestroom als meetgrootheid gekozen is, kan ook de bedrijfsvolumestroom in beeld
worden gebracht.
A:act. Volumeflow
*
31.82
m3/h
• Druk op de toets
om de bedrijfsvolumestroom in beeld te brengen.
Het teken * betekent dat de aangegeven waarde (in dit geval: bedrijfsvolumestroom) niet de gekozen meetgrootheid is
(in dit geval: normvolumestroom).
9.4.1
Waarde van de geluidssnelheid
Door op de
te drukken kunt u de geluidssnelheid van het medium tijdens de meting in beeld brengen.
Als in de programmavertakking Parameter een naderingsbereik voor de geluidssnelheid is ingetoetst en de
sensorafstand is geoptimaliseerd, raden wij u aan, de gemeten geluidssnelheid voor de volgende meting te noteren.
U hoeft de fijninstelling dan niet te herhalen.
Noteer ook de mediumtemperatuur, omdat de geluidssnelheid afhankelijk is van de temperatuur. De waarde kan in de
programmavertakking Parameter ingetoetst worden.
100
max. verschil tussen de aanbevolen en de intoetste sensorafstand [mm]
shear wave sensor
-
20
-
15
10
8
6
3
Lamb wave sensor
-60...+120
-45...+90
-30...+60
-20...+40
-10...+20
-5...+10
-3...+5
-
2020-06-26, UMFLUXUS_G801V1-0NL
FLUXUS G801