Appendix B: Woordenlijst
AHS
Aritmie
Behandelingskussentjes
Cardioversie defibrillatie
ECG elektroden
Elektrode
Elektrodenriem
Elektromagnetische
onderbreking (EMO)
Fibrillatie
Harnas
Hartstilstand
ICD
Joules
MI
PHD
Ventriculaire fibrillatie
(VF)
Ventriculaire tachycardie
(VT)
VT/VF
Acute hartstilstand.
Afwijkend hartritme.
De grote elektroden (één kussentje aan de voorzijde, twee
kussentjes aan de achterzijde) die energie voor defibrilleren
leveren ter behandeling van AHS.
Herstel van het reguliere hartritme door elektronische
behandeling.
Elektrocardiogram elektroden, gebruikt om het hartritme te
controleren.
Een vaste elektroniche geleider waardoor een elektrische stroom
het lichaam binnendringt en verlaat.
De riem die de ECG-elektroden, de behandelingskussentjes, het
trillingskastje, de connector en de kabels bevat.
Elektrische of magnetische onderbreking veroorzaakt door
bronnen als motors, omvormers, lasapparatuur en speakers die
de prestaties van het apparaat kunnen onderbreken.
Snelle, ongecoördineerde samentrekkingen van de hartspier.
De stof die de elektrodenriem op haar plaats houdt tegen de huid
van de patiënt.
Hart stopt met kloppen.
Implanteerbare cardioverter-defibrillator. Is in de borstkas
geïmplanteerd en wordt gebruikt om een afwijkend hartritme te
behandelen.
Gemeten aantal eenheden schokenergie.
Myocardiaal infarct oftewel hartaanval. De schade aan of het
afsterven van een deel van de hartspier, doorgaans voortkomend
uit een geblokkeerde bloedtoevoer naar het desbetreffende
gebied.
Plotselinge hartdood. Volgt doorgaans op AHS.
Snel, ongecoördineerd en niet-effectief kloppen van de ventrikels
(lager deel) van het hart. Kan dodelijk zijn indien onbehandeld.
Het lagere deel van de hartspier klopt snel en op een afwijkend
tempo. Kan leiden tot VF indien onbehandeld.
Ventriculaire tachycardie / ventriculaire fibrillatie. Afwijkend
hartritme dat het meest leidt tot AHS.
Woordenlijst
Pagina B-1