ONDERHOUD / BEWAREN
NL
Wanneer u de camera een tijd lang niet gebruikt, is het volgende
raadzaam:
– Camera uitschakelen
– Geheugenkaart eruit nemen
– Batterij verwijderen (na ongeveer twee maanden gaan de
opgeslagen tijd en datum verloren)
CAMERABEHUIZING
• Houd de uitrusting zorgvuldig schoon, omdat elke vervuiling
tevens een voedingsbodem voor micro-organismen vormt.
• Reinig de camera uitsluitend met een zachte, droge doek.
Hardnekkig vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel
worden bevochtigd, en vervolgens met een droge doek worden
weggeveegd.
• Als er spetters zout water op uw camera zijn gekomen,
bevochtigt u een zachte doek eerst met leidingwater, wringt
deze stevig uit en wist hiermee de camera af. Daarna met een
droge doek goed nawrijven.
• Om vlekken en vingerafdrukken op de lens te verwijderen, moet
u de camera met een schone, pluisvrije doek afvegen. Grovere
verontreiniging in moeilijk toegankelijke hoeken van de
camerabody kunnen met een kleine kwast worden verwijderd.
De sluiterlamellen mogen in geen geval worden aangeraakt.
• Bewaar de camera bij voorkeur in een gesloten en gestoffeerd
foedraal, zodat er niets tegenaan kan schuren en stof op afstand
wordt gehouden.
• Bewaar de camera op een droge, voldoende geventileerde
plaats, die bescherming biedt tegen hoge temperatuur en
vochtigheid. Als de camera in een vochtige omgeving wordt
gebruikt, moet deze vóór de opslag weer vrij zijn van alle vocht.
114
• Bewaar de camera ter vermijding van schimmelvorming niet voor
lange tijd in de leren tas.
• Fototassen die bij gebruik nat zijn geworden, moeten worden
leeggemaakt om beschadiging van uw uitrusting door vocht en
eventueel vrijkomende restanten leerlooimiddel uit te sluiten.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw camera
zijn gesmeerd. Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt,
moet u haar ongeveer elke drie maanden meerdere keren
ontspannen om verharsen van de smeerpunten te vermijden.
Het is ook aan te bevelen dat u herhaaldelijk alle andere
bedieningselementen verstelt en gebruikt.
• Bij gebruik in een vochtig en warm tropisch klimaat moet de
camera-uitrusting zo veel mogelijk aan zon en lucht worden
blootgesteld ter bescherming tegen schimmelvorming. Het
bewaren in afgesloten koffers of tassen is slechts aan te bevelen
als bovendien een droogmiddel, bijv. silicagel, wordt gebruikt.
OBJECTIEF
• Op de buitenlenzen van het objectief volstaat het normaal
gesproken het stof met een zacht haarpenseel te verwijderen. Bij
sterkere vervuiling kunnen ze met een schone, gegarandeerd
smetvrije, zachte doek in cirkelvormige bewegingen van binnen
naar buiten voorzichtig worden gereinigd. Aanbevolen worden
voor dit doel microvezeldoekjes. Deze zijn verkrijgbaar in de
foto- en optiekzaak en worden in een beschermende verpakking
bewaard. Ze zijn bij temperaturen tot 40 °C wasbaar; gebruik
echter geen wasverzachter en strijk ze niet. Reinigingsdoekjes
voor brillen die met chemische middelen zijn geïmpregneerd,
mogen niet worden gebruikt omdat ze de objectiefglazen kunnen
beschadigen.
• Optimale bescherming van frontlenzen bij ongunstige opname-
omstandigheden (bijvoorbeeld zand, spetters zout water)
verkrijgt u met kleurloze UVA-filters. Er moet echter rekening
mee worden gehouden dat ze, zoals bij elk filter, bij bepaalde
tegenlichtsituaties en grote contrasten, ongewenste reflexen
kunnen veroorzaken.
• Objectiefdoppen beschermen het objectief eveneens tegen
ongewenste vingerafdrukken en regen.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw
objectief zijn gesmeerd. Als het objectief langere tijd niet wordt
gebruikt, moet u de afstandsinstelring en de diafragma-instelring
van tijd tot tijd bewegen om verharsen van de smeerpunten te
vermijden.
• Let op: de bajonetsluiting niet met te veel vet smeren, en vooral
het bereik bij de 6-bit codering vrijlaten. Anders kunnen zich
vetresten in de uitsparing vastzetten en kan er zo meer vuil
ophopen. Hierdoor kan de leesbaarheid van de detectie en
daarmee ook de camerafunctie van digitale M-modellen nadelig
worden beïnvloed.
ZOEKER/MONITOR
• Als er zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u
hem uitschakelen en ongeveer 1 uur bij kamertemperatuur laten
liggen. Als kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de
condens vanzelf.
BATTERIJ
• Lithium-ionen batterijen moeten in gedeeltelijk opgeladen
toestand worden bewaard; dat wil zeggen: niet volledig ontladen,
maar ook niet volledig opgeladen. De batterijconditie ziet u op
de betreffende weergave op de monitor. Bij zeer langdurige
opslag moet de batterij ongeveer tweemaal per jaar gedurende
circa 15 minuten worden opgeladen om diepe ontlading te
vermijden.
GEHEUGENKAARTEN
• Geheugenkaarten moeten als bescherming in principe uitslui-
tend in het meegeleverde antistatische foedraal worden
bewaard.
• Bewaar geheugenkaarten niet op een plaats waar ze aan hoge
temperaturen, direct zonlicht, magneetvelden of statische
ontlading worden blootgesteld. Verwijder altijd de geheugen-
kaart als u de camera langere tijd niet gebruikt.
• Het is raadzaam de geheugenkaart af en toe te formatteren,
omdat voor de fragmentering bij het wissen enige geheugenca-
paciteit nodig kan zijn.
NL
115