NL
INTERVALOPNAME
Met deze camera kunt u bewegingen over een langere periode in
de vorm van intervalopnamen automatisch opnemen. Daarbij legt u
de afstanden tussen de opnamen en het aantal foto's vast.
De belichting- en scherpstel-instellingen verschillen niet van die
voor normale opnamen, maar er moet rekening mee gehouden
worden, dat de lichtomstandigheden zich evt. tijdens de afloop
kunnen veranderen.
AANTAL OPNAMEN VASTLEGGEN
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Drive Mode
Drive Mode
▸
kiezen
Interval
Interval
▸
kiezen
Frames
Frames
▸
Gewenste waarde invoeren
AFSTANDEN TUSSEN DE OPNAMEN VASTLEGGEN
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Drive Mode
Drive Mode
▸
kiezen
Interval
Interval
▸
kiezen
Interval Time
Interval Time
▸
Gewenste waarde invoeren
Om te starten
▸
Ontspanner indrukken
• Rechtsboven in het beeld ziet u de resterende tijd tot aan de
volgende opname en het aantal reeds geslaagde opnamen.
Om een lopende opnameserie af te breken
▸
-knop indrukken
MENU
80
Aanwijzingen
• Intervalopnamen over een langere periode op een koude locatie
of op een locatie met hoge temperatuur en luchtvochtigheid kun-
nen eventueel leiden tot functiestoringen.
• Een intervalopname zal in de volgende situaties worden
onderbroken of gestopt:
– als de batterij leeg is
– als de camera uitgeschakeld is
Daarom wordt het aanbevolen ervoor te zorgen dat de batterij
voldoende is geladen. Onder een bepaalde batterijcapaciteit
verschijnt een bijbehorende waarschuwing.
• De intervalfunctie blijft ook na een afloop van een complete
serie, en na het uit- en inschakelen van de camera geactiveerd
tot een ander opnametype (Drive Mode) wordt ingesteld.
• De intervalfunctie betekent niet dat de camera als bewakings-
toestel geschikt is.
• Onafhankelijk van het aantal opnamen in een serie, wordt in
beide weergavemodi eerst de laatste foto van de serie getoond,
respectievelijk tijdens het opslaan de laatste op de geheugen-
kaart reeds opgeslagen foto van de serie getoond.
• Juist bij langere intervallen of opnameseries wordt aanbevolen
de Live View-modus te deactiveren.
BELICHTINGSREEKS
Veel aantrekkelijke onderwerpen zijn erg contrastrijk en hebben
zowel zeer lichte als zeer donkere gebieden. Afhankelijk van het
deel waarop u de belichting afstemt, kan het beeldeffect verschil-
lend zijn. In zulke gevallen kunt u met behulp van de tijdautomaat
met de automatische belichtingsreeks (bracketing) meerdere
alternatieven met gestaffelde belichting en met verschillende
sluitertijden maken. Daarna kan de geschiktste opname voor
gebruik worden geselecteerd of met bewerkingssoftware een
opname met zeer veel contrast worden gemaakt (HDR).
A
B
C
D
E
A
Aantal opnamen
B
Belichtingsverschil tussen de opnamen
C
Belichtingscorrectie-instelling
D
Lichtwaarde-schaalverdeling
E
Rood gemarkeerde belichtingswaarden van de opnamen.
(Als tegelijkertijd een belichtingscorrectie is ingesteld,
wordt de schaal met de bijbehorende waarde verschoven.)
U kunt het aantal opnamen kiezen (3 of 5 opnamen). Het onder
instelbare belichtingsverschil tussen de opnamen bedraagt
F-Stops
F-Stops
maximaal 3 EV.
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Drive Mode
Drive Mode
▸
kiezen
Exposure Bracketing
Exposure Bracketing
▸
In het submenu onder
gewenste aantal opnames kiezen
Frames
Frames
▸
In het submenu onder
gewenste belichtingsverschil
F-Stops
F-Stops
kiezen
▸
In het submenu onder
gewenste belich-
Exposure Compensation
Exposure Compensation
tingscorrectie kiezen
• De gemarkeerde belichtingswaarden zullen van locatie
wisselen, afhankelijk van de betreffende instellingen. Bij een
belichtingscorrectie verschuift ook de schaalverdeling.
• De geselecteerde belichtingscorrectiewaarde geldt voor de
gehele opnameserie.
▸
De opname maken
NL
81