Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zelfontspanner; Hulpweergaven; Raster; Clipping - Leica M10 MONOCHROM Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor M10 MONOCHROM:
Inhoudsopgave

Advertenties

NL
Aanwijzingen
• Als een belichtingsreeks is ingesteld, wordt dit in de monitor
aangeduid met
.
• De volgorde van de opnamen: onderbelichting / correcte
belichting / overbelichting
• Afhankelijk van de beschikbare sluitertijd/diafragma-combinatie
kan het werkgebied van de automatische belichtingsreeks
beperkt zijn.
• Bij automatische regeling van de ISO-gevoeligheid zal de
gevoeligheid die door de camera automatisch voor de niet-ge-
corrigeerde opname is bepaald, ook voor alle andere opnamen
van een serie worden toegepast; dat wil zeggen dat deze
ISO-waarde tijdens een serie niet wordt veranderd. Dit kan er
mogelijk toe leiden dat de langste onder
Min. Shutter Speed
Min. Shutter Speed
ingestelde sluitertijd overschreden wordt.
• Afhankelijk van de uitgangs-sluitertijd kan het werkgebied van de
automatische belichtingsserie beperkt zijn. Onafhankelijk
daarvan wordt altijd het ingestelde aantal opnamen gemaakt. En
kunnen er daarom meerdere opnamen van een reeks op
dezelfde wijze belicht zijn.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in
het submenu
. Als een andere functie wordt gekozen,
Drive Mode
Drive Mode
vindt bij elke bediening van de ontspanner een volgende
belichtingsserie plaats.
82

ZELFONTSPANNER

Met behulp van de zelfontspanner kunt u opnamen met een vooraf
geselecteerde opname maken. In zulke gevallen is het raadzaam de
camera op een statief te bevestigen.
In het hoofdmenu,
kiezen
Drive Mode
Drive Mode
/
kiezen
Self Timer 2 s
Self Timer 2 s
Self Timer 12 s
Self Timer 12 s
De opname maken
• Op de monitor telt de resterende tijd tot aan het ontspannen
af. Aan de voorkant van de camera geeft de knipperende
zelfontspanner-LED het verstrijken van de wachttijd aan.
• Een lopende zelfontspanner-voorlooptijd kan altijd door
indrukken van de
-knop worden geannuleerd respectie-
MENU
velijk door opnieuw aantippen van de ontspanner weer
worden gestart.
Aanwijzingen
• Tijdens zelfontspanning vindt instelling van de belichting pas
direct vóór de opname plaats.
• De functie blijft actief tot een andere functie wordt gekozen in
het submenu
.
Drive Mode
Drive Mode

HULPWEERGAVEN

RASTER

De rasters verdelen het beeldveld in meerdere gelijk grote velden.
Het vergemakkelijkt bijvoorbeeld de beeldvorming, en ook de
precieze oriëntatie van de camera. U kunt de rasterpartitie
selecteren die past bij het onderwerp.
Er zijn twee rasterweergaven beschikbaar. Ze verdelen het
beeldveld in 3 x 3 of in 6 x 4 velden.
In het hoofdmenu,
kiezen
Capture Assistants
Capture Assistants
kiezen
Grids
Grids
Gewenste instelling kiezen
(
,
,
)
Off
Off
3x3 Fields
3x3 Fields
6x4 Fields
6x4 Fields

CLIPPING

De clipping-weergave kenmerkt lichte of donkere beeldgedeelten
zonder tekening (lichtere bereiken knipperen rood; donkere
knipperen blauw). Om deze weergaven aan te passen zodat ze aan
de specifieke omstandigheden of aan uw beeldvormingideeën
voldoen, kunt u grenswaarden bepalen, d.w.z. bij welke mate van
over-/onderbelichting deze verschijnen. Daarmee biedt de
clipping-weergave de mogelijkheid tot zeer eenvoudige en
nauwkeurige controle en eventueel aanpassing van de belichtings-
instelling.
F
2.8
1/8000
ISO
12500
EV
12MP
8234
-3
2
1
0
1
2
3+
In het hoofdmenu,
kiezen
Capture Assistants
Capture Assistants
kiezen
Exposure Clipping
Exposure Clipping
kiezen
Clipping Enabled
Clipping Enabled
/
kiezen
On
On
Off
Off
• Als de functie is uitgeschakeld, zijn de beide andere regels
niet beschikbaar (= grijs).
Aanwijzing
• De clippingweergave heeft altijd betrekking op de actueel
getoonde uitsnede van de opname.
NL
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave