5.3 "Cirkel (gat)"
[Toets bediening]
[Functie]
om de diameter (diameter: D) en de coördinaat van het middelpunt (coördinaat: Z) van het
gat te bepalen.
[Werking]
1) Beweeg de taster naar positie (a) vlak boven de startpositie (b) voor het meten van de
2) Activeer de functie op onderstaande wijze.
3) Beweeg het werkstuk of het hoofdapparaat om een scannende meting op de
4) Beweeg het werkstuk of het hoofdapparaat om een scannende meting op de
5-4
Deze functie voert een scannende meting uit op de onder- en bovenkant van een gat
Diameter: D
Taster
e
b
onderkant.
De taster zal omlaag bewegen en in contact komen met startpositie (b).
onderkant van het gat uit te voeren (van b naar c).
De minimum waarde van de onderkant van het gat zal geregistreerd worden.
De taster beweegt nu omhoog en maakt contact met de bovenste startpositie (d).
bovenkant van het gat uit te voeren (van d naar e).
De maximum waarde van de bovenkant van het gat zal geregistreerd worden,
waarna de meetresultaten op het scherm getoond worden.
Bovenkant
Onder-
kant
Coördinaat: Z
Fig. 5-5
d
a
c
Fig. 5-6
Nulpunt
Nr. 99MBH032N