[Werking]
1) Druk op de [TEACH] toets.
2) Voer de naam in waaronder het meetprogramma moet worden opgeslagen.
3) Voer een commentaar in (bijv. omschrijving of typenummer van het werkstuk).
AANWIJZING
• Let er op dat de volgende gereservereerde namen niet gebruikt kunnen worden als
bestandsnaam: "CON", "PRN", "LPT1", "LPT2", "LPT3", "AUX", "COM1", "COM2",
"COM3", "COM4", en "NUL"
• Alle resultaten die tijdens de Normale meting verzameld zijn worden gewist zodra u
omschakelt naar de leerfunctie.
• Het ABS nulpunt wordt het actieve nulpunt zodra u de leerfunctie start.
8.1.2 Maken van een meetprogramma
meetprogramma als programma-stappen. Alle functies worden in de Leerfunctie op dezelfde
manier gebruikt als bij de normale meting.
AANWIJZING
De in de Leerfunctie verzamelde meetresultaten worden niet als bestand opgeslagen.
8-2
De invoermelding "Bestandsnaam" verschijnt.
De invoermelding "Opmerkingen" verschijnt.
Het systeem wacht nu op de activering van de gewenste meetfuncties.
Na het starten van de Leerfunctie worden alle uitgevoerde functies opgeslagen in het
De [CANCEL] toets kan gebruikt worden om de laatst uitgevoerde stap te wissen.
Nr. 99MBH032N