10.4 "Histogram instell."
T IP Deze instellingen blijven in het geheugen opgeslagen, zelfs als het apparaat wordt
uitgeschakeld.
10.4.1 "Indeling auto/hand"
[Functie]
T IP Als "Handmatig" wordt ingesteld, zijn de instellingen voor "Bovenlimiet" (in paragraaf
10.4.2), "Onderlimiet" (in paragraaf 10.4.3), en "Aantal klassen" (in paragraaf 10.4.4)
geactiveerd.
10.4.2 "Bovenlimiet"
[Functie]
10-6
Met deze functie worden de parameters voor het maken van histogrammen ingesteld.
"Histogram Cond." (Histogram instellingen) kent de volgende parameters:
(1) "Indeling auto/hand"
(2) "Bovenlimiet"
(3) "Onderlimiet"
(4) "Aantal klassen"
Hiermee stelt u in hoe een histogram berekend moet worden.
• "Automatisch"
Als deze optie ingesteld wordt zullen histogrammen berekend worden op een
wijze die geheel door het systeem bepaald wordt.
• "Handmatig"
Als dit wordt ingesteld kan de gebruiker de condities voor het maken van het
histogram opgeven.
Hiermee wordt ingesteld hoe de bovenlimiet van het histogram wordt bepaald.
• "Max."
Met deze instelling wordt de grootste gevonden meetwaarde als bovenlimiet
gebruikt.
• "Xgem+3S(n-1)"
Met deze instelling wordt Xgem+3S(n-1) als bovenlimiet gebruikt.
• "Bovengrens"
Met deze instelling wordt de bovengrens (bovenste tolerantiegrens) als
bovenlimiet gebruikt. De bovenste tolerantiegrens is gelijk aan de nominale waarde
plus de boventolerantie.
(Histogram instellingen)
Nr. 99MBH032N