11.5.3 "Aantal decimalen" (Keuze van het aantal cijfers achter de decimale punt)
[Functie]
moeten worden bij de presentatie van meetresultaten. Het aantal cijfers dat achter de
komma weergegeven kan worden is afhankelijk van de ingestelde eenheid.
T IP • Het aantal decimalen kan ingesteld worden binnen de volgende grenzen:
• Als de eenheid voor hoeken is ingesteld op "DEG", zal het weergegeven aantal
decimalen voor hoeken altijd gelijk zijn aan het voor de lengte-eenheid ingestelde aantal
cijfers achter de decimale punt.
11.5.4 "Datum weergave" (Keuze van het type datumnotatie)
[Functie]
11.5.5 "Datum" (Invoeren van de juiste datum)
[Functie]
T IP Gebruik bij het invoeren de datumnotatie die is ingesteld met "Datum weergave".
11.5.6 "Tijd" (Invoeren van de juiste tijd)
[Functie]
11.5.7 "Wachtwoord" (Wachtwoord invoeren)
[Functie]
Nr. 99MBH032N
Met deze parameter stelt u in hoeveel cijfers er achter de decimale punt weergegeven
mm
: één tot vier decimalen;
inch
: drie tot zes decimalen.
Met deze parameter kiest u de gewenste datumnotatie.
Hier kunt u de huidige datum invoeren.
Hier kunt u de juiste tijd invoeren (de interne klok gelijkzetten).
Hier kunt het wachtwoord voor wachtwoordbeveiligde functies vastleggen.
11. SYSTEEMINSTELLINGEN
11-19