7.1.1.3 Tolerantiebeoordelingsfunctie Type 3
dat u een meetprogramma maakt. U voert vooraf de (vaste) tolerantie gegevens in en deze
worden vervolgens automatisch bij iedere meting gebruikt.
[Toets bediening (Symbool selectie)]
[Werking]
1) Kies het symbool dat hoort bij de tolerantiebeoordelingsfunctie Type 3 (zie boven).
2) Voer de tolerantie gegevens bij de gewenste uitvoer symbolen.
3) Voer een meetcommando uit, bijvoorbeeld een hoogtemeting.
[Tijdens de Herhaalfunctie]
TIP
• De tolerantie gegevens die worden ingesteld in het menu "Tolerantie instellen" blijven ook
na het uitschakelen van het apparaat opgeslagen in het geheugen.
• De tolerantie gegevens in een meetprogramma kunnen gewijzigd worden zoals
beschreven in paragraaf 8.3 (Bewerken van een meetprogramma).
Nr. 99MBH032N
Dit type kunt u gebruiken als u grote aantallen identieke werkstukken wilt meten zonder
(
Het menu "Tolerantie ingeven" verschijnt.
De gemeten waarde, grafische tolerantieligging, en de goed-/afkeur beoordeling
verschijnen automatisch, op basis van de ingestelde tolerantie gegevens..
De tolerantiebeoordeling wordt uitgevoerd op basis van de gegevens in het
meetprogramma. (De tolerantiebeoordeling wordt niet uitgevoerd als er geen
tolerantiewaarden in het meetprogramma zijn ingesteld.)
7. ONDERSTEUNENDE FUNCTIES
)
7-5