Inhoudsopgave
Advertenties
12.4 Probleemoplossing
wordt weergegeven terwijl u de Linear Height gebruikt.
(1) Fouten met betrekking tot handelingen van de gebruiker en berekeningen.
Foutmelding
"E0001: Deze bewerking kan niet
uitgevoerd worden"
"E0002: Foutieve invoer."
"E0003: Fout in formule."
"E0004: Meting is onmogelijk.
Controleer het type taster a.u.b."
"E0005: Taster is niet
gekalibreerd."
"E0006: Er is een fout
opgetreden tijdens het meten."
"E0007: Geen vrije ruimte
beschikbaar meer voor
meetprogramma."
"E0008: Het type printer is niet
geselecteerd."
"E0009: Deze functie kan pas
uitgevoerd worden nadat u alle
meetresultaten gewist hebt
m.b.v. functie bestandbeheer."
"E0010:Wijzig a.u.b. "Printer"
instelling bij andere opties
behalve [Opbouwprinter(RS)], en
herhaal deze actie."
"E0011:Wijzig a.u.b. "RS-232C
uitvoer" instelling in [Geen], en
herhaal deze actie."
Nr. 99MBH032N
Gebruik de aangegeven procedures voor probleemoplossing als er een foutmelding
Er is een ongeldige handeling
uitgevoerd.
Er is een ongeldige waarde
ingevoerd.
De condities voor de berekening
(de formule) zijn ongeldig, daardoor
kan de berekening of de statistische
functie niet uitgevoerd worden.
De meting is niet mogelijk met de
huidige ingestelde taster.
De taster is niet gekalibreerd.
Er is een fout opgetreden tijdens
het meten.
Het maximum aantal programma-
stappen dat geregistreerd kan
worden is bereikt.
U probeert te printen terwijl er
geen printer geselecteerd is.
Er vond een poging tot bewerking
van een deelprogramma plaats,
inclusief resultaatgegevens.
Als " Opbouwprinter(RS)" wordt
geselecteerd, is " RS-232C uitvoer
" niet beschikbaar omdat dezelfde
RS-232C aansluiting wordt
gebruikt.
Als de instelling voor " RS-232C
uitvoer " geldig is, kan
"Opbouwprinter(RS)" niet worden
geselecteerd omdat dezelfde
RS-232C aansluiting wordt
gebruikt.
Betekenis
12. BIJLAGE
Oplossing
Voer een geldige handeling uit.
Voer een geldige waarde in.
Voer geldige condities (of een
geldige formule) in.
Kies (en monteer) een taster die
geschikt is voor de meting.
Voer een tasterkalibratie uit.
Verhelp de oorzaak en voer de
meting opnieuw uit.
Verlaat de leerfunctie.
Stel het type printer in bij de
systeeminstellingen.
Wis met de
bestandsbeheerfuncties de
resultaatgegevens van het
deelprogramma dat bewerkt wordt.
Selecteer de instellingswaarde
anders dan " Opbouwprinter(RS)"
voor "Printer" in het
"CONFIGURATION"
(Configuratie-) menu.
Selecteer "Geen" voor " RS-232C
uitvoer " in het "CONFIGURATION"
(Configuratie-) menu.
12-9
Advertenties
Inhoudsopgave
