11.2.5 "Auto. positioneren" (Automatische positionering)
[Functie]
naar een doelpositie beweegt tijdens de herhaalfunctie.
•
•
11.2.6 "Verplaats-snelheid"
[Functie]
"Auto. positioneren" (Automatische positionering). Wordt ingesteld in mm/s.
AANWIJZING Als een te hoge verplaatsingssnelheid wordt ingesteld kan het gebeuren dat de taster niet
op de doelpositie gestopt kan worden.
11.2.7 "Auto. verpl. afst." (Afstand voor automatische verplaatsing)
[Functie]
door de automatische positioneringsfunctie met de verplaatsingsnelheid bewogen zal
worden. Op te geven in millimeters. Stel de afstand tot het te registreren meetpunt in.
Nr. 99MBH032N
Deze parameter is een 'aan/uit schakelaar' voor de functie die de taster automatisch
Beweging met
verplaatsings-
snelheid
Beweging met
meetsnelheid
Als u "O" instelt
Zal tijdens de herhaalfunctie de taster automatisch naar de doelpositie bewegen.
Hij beweegt vanaf zijn huidige positie naar de doelpositie met "Verplaats-snelheid".
Vervolgens wordt de meting gestart met meetsnelheid. (De doelpositie wordt bepaald
met "Auto. verpl. afst.", zie 11.2.7).
Als u "X" instelt
wordt de taster in de herhaalfunctie niet automatisch verplaatst. U brengt de
taster nu zelf naar juiste positie. De meting wordt vanaf die positie gestart met
meetsnelheid.
Met deze parameter stelt u in met welke snelheid de taster verplaatst wordt tijdens de
Deze parameter stelt in tot op welke afstand van het (verwachte) meetpunt de taster
11. SYSTEEMINSTELLINGEN
Doelpositie
Afstand voor automa-
tische verplaatsing
Meetpositie
Fig. 11-4
11-9