De afstand tot een
object instellen
Het scherpstellen verloopt normaal
automatisch. Handmatig scherpstellen
kan van pas komen als de automatische
scherpstelling niet werkt of als u
opnamen maakt in een donkere
omgeving.
1
2
1
Stel de PLAY/STILL-
keuzeschakelaar in op STILL.
2
Druk herhaaldelijk op FOCUS
todat u een scherp beeld
hebt.
9
De indicator
scherpstellen) verschijnt op het
LCD-scherm. U kunt kiezen uit zes
scherpte-instellingen:
(macro), 0,5 m, 1,0 m, 3,0 m,
∞
7,0 m en
(oneindig).
De automatische
scherpstelling weer
activeren
Druk herhaaldelijk op FOCUS totdat
de indicatoren
en
verdwenen.
Opmerkingen
• De weergegeven brandpuntsafstand is niet
exact. Gebruik deze informatie slechts als
richtlijn.
• De weergegeven brandpuntsafstand is niet
correct wanneer u gebruik maakt van een
groothoeklens.
(handmatig
9
beide zijn
• Als u een onderwerp opneemt vanaf een
afstand van minder dan 0,6 m
en de zoomregelaar is ingesteld op de T-
zijde, is het niet mogelijk een scherp beeld
te krijgen. In dergelijke gevallen gaat de
informatie over de brandpuntsafstand
knipperen. Schuif de zoomregelaar in de
richting van de W-zijde, totdat de indicator
stopt met knipperen.
• U kunt deze functie niet gebruiken als u in
de PROGRAM AE-functie hebt gekozen
voor de modus Panfocus.
35-
NL