COMMANDER
Veldspuit afladen
Voor het afladen van de spuitmachine is een hijskraan of
een vorkheftruck nodig. Gebruik de hijspunten die op de
tekening aangegeven zijn als u de machine met een kraan
aflaadt en zorg ervoor dat de riemen die gebruikt worden
sterk genoeg zijn.
Aankoppelen van de veldspuit
Standaard en STEERING DRAWBAR trek-
stangen. Er zijn verschillende soorten trek-
stangen leverbaar. De standaard trekstang heeft
een Ø36 mm trekoog.
Standaard draaibaar trekoog
Vast trekoog
Dubbel trekoog
Trekstang voor DIN 11 025 tractor
trekhaak
De standaard trekstang met draaibaar trekoog en de
trekstang met vast trekoog kunnen op twee verschillende
hoogtes vastgezet worden met een hoogteverschil van
± 200 mm. Gebruik de stand waarbij het platform horizon-
taal is.
T251-0008
4
Ø36 mm
Ø51 mm (accessoire)
Ø36 mm (accessoire)
Ø40 mm (accessoire)
T251-0008
Standaard trekstang voor DIN 11 025 aanhangerkoppeling.
De standaard trekstang kan 180º gedraaid worden en is
dan te gebruiken voor tractoren met hoge aanhanger-
koppeling (DIN 11 025) (wordt slechts in een aantal landen
gebruikt).
Een set bestaand uit een krik, aanpassingsstuk voor
de membraanpomp en een trekoog is nodig voor
deze opstelling.
WAARSCHUWING! De bouten van de trekstang
moeten na iedere 8 werkuren aangedraaid worden
tot het vereiste moment totdat het moment gesta-
biliseerd is. Daarna aandraaien volgens het onderhouds-
schema.
WAARSCHUWING! Gebruik altijd een 40 mm pen
voor het bevestigen van de trekstang en borg met
een luns of een vergelijkbare pen.
Steunpoot
Steunpoot wegnemen: til de poot op, verwijder de borgpen
en trek de steunpoot weg.
Wanneer de spuitmachine aan de tractor gekoppeld is
wordt de steunpoot in de hiervoor bestemde steun be-
waard.
SELF TRACK en MULTI TRACK trekstangen
De SELF TRACK en de MULTI TRACK worden als volgt
bevestigd:
1. Bevestig de onderste trekstangen van de tractor in gat
A, B of C. Kies de gaten waarbij afstand X gelijk is aan
afstand Y. Bij deze opstelling volgt de aanhanger het
best. Zet vast met lunzen.
T251-0001